De wereld & ik - les 1

• Wereldcampus
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

De wereld en ik!

Les 1

Artikel lezen

Vragen:

• Wat bedoelt de schrijver met 'onze jongens'? 
• Waarom kiezen 'onze jongens' voor het Marokkaans elftal?

Stelling:

• Als je bent geboren in Nederland, moet je uitkomen voor het Nederlands elftal

Print uit en lees samen het volgende artikel: https://npokennis.nl/longread/7813/waarom-kiezen-onze-jongens-voor-het-marokkaans-elftal

Maak zelf een keuze of je alleen de vragen of stelling doet, of allebei

Nieuws-

fragment

Vragen:

• Waarom kan de ene persoon wel naturaliseren in Nederland en de ander niet?

Stelling:

• Wat maakt iemand een Nederlander?
• Jouw paspoort(en) zegt iets over jouw identiteit.

12:54

npo.nl

      Leerdoelen

• De leerlingen kennen de verschillen tussen primaire en secundaire identiteit en kunnen de verschillen noemen.
  
• De leerlingen kennen de verklaring voor het ontstaan van verschillen in identiteiten en culturen en tonen hier interesse in.

Voorkennis

Identiteit is iets wat vaststaat, wat niet kan veranderen.

Waar of niet waar?

Voorkennis

Je bent met je cultuur geboren.

Waar of niet waar?

Cultuur

Cultuur is het geheel van voorstellingen, opvattingen, uitdrukkingsvormen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven (=gekregen)

Voorstelling: beelden, ideeën en verhalen over een gebeurtenis

Opvatting: meningen

Uitdrukkingsvorm: symbolen, taal, kenmerken, feestdagen, kleding, eten

Waarden: idealen, belangrijke principes (vrijheid, gelijkheid, privacy)

Normen: regels die horen bij waarden

Primaire identiteit

Primaire identiteit (Pi) = identiteit die wordt bepaald door aangeboren kenmerken, zoals geslacht en afkomst.

Primair = eerste, in de eerste plaats.​

Kenmerken = waar je iets of iemand aan kunt herkennen

Primaire identiteit

Bedenk zelf voorbeelden van een primaire identiteit 

Voorbeelden

• Geslacht = ben jij geboren als man of vrouw?
• Afkomst = Waar jij of je familie vandaan komt.
• IQ = geeft aan hoe slim jij bent/jouw intelligentie (intelligentiequotiënt).​
• Geloof?

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Secundaire identiteit

Secundaire identiteit (Si) = Identiteit die wordt gevormd door eigen keuzes, zoals hobby's en muzieksmaak.

Secundair = tweede, op de tweede plaats.

Secundaire identiteit

Bedenk zelf voorbeelden van een secundaire identiteit

Voorbeelden

• Sport
• Muziek
• Politieke voorkeur = hoe wordt er omgegaan met het verschil tussen rijk en arm? 
• School
• Vrijwilligerswerk = werk dat mensen doen om andere mensen te helpen.

Laat de leerlingen zelf voorbeelden bedenken voordat je deze geeft.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Pi of Si?

Schrijf in je schrift op of de nummers 1 t/m 10 horen bij Primaire of Secundaire Identiteit of allebei.

De antwoorden

Schrijf in je schrift op of de nummers 1 t/m 10 horen bij Primaire of Secundaire Identiteit of allebei.

    Begrippen uit deze les

• Identiteit
• Cultuur
• Primaire identiteit
• Secundaire identiteit
• Afkomst

• Wie je bent en hoe je jezelf en anderen jou zien.
  
• Geheel van voorstellingen, opvattingen, uitdrukkingsvormen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
• Identiteit die wordt bepaald door aangeboren kenmerken, zoals geslacht en afkomst.
• Identiteit die wordt gevormd door eigen keuzes, zoals hobby's en muzieksmaak.
• Waar jij of je familie vandaan komt.

Laat leerlingen de begrippen opschrijven en laat ze zelf nadenken over de definities. Na een vraaggesprek kun je de definities laten zien en laten overschrijven in hun schrift. 

Opdracht: 

Johan de witt cultuur

- Omschrijf op je werkblad de cultuur op het Johan de Witt. 

- Denk aan: voorstellingen, opvattingen, uitdrukkingsvormen, waarden en normen.

- Je mag dit opschrijven in woorden, maar je mag ook tekeningen maken.

- Beantwoord de vragen op het werkblad 

Afsluitende opdracht:
Schrijf 3 pi- en 3 si-kenmerken van jezelf op

      Leerdoelen

• De leerlingen kennen de verschillen tussen primaire en secundaire identiteit en kunnen de verschillen noemen.
  
• De leerlingen kennen de verklaring voor het ontstaan van verschillen in identiteiten en culturen en tonen hier interesse in.

whimsical.com