Voorvoegsels + achtervoegsels

Welkom
Nieuwe plattegrond.
Pak je boek, schrift, pen.
Pak je leesboek.
Wacht tot de les begint.
Ga lekker lezen.

timer
10:00
Markant pand in hartje Tiel toch niet gesloopt maar opgeknapt: 19 palen eronder

Een markant winkel-woonpand op de hoek Voorstad-Varkensmarkt-Groenmarkt in Tiel wordt uiteindelijk toch niet gesloopt. De eigenaar laat het nu opknappen en dat is ook een complexe en stevige klus.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
Nieuwe plattegrond.
Pak je boek, schrift, pen.
Pak je leesboek.
Wacht tot de les begint.
Ga lekker lezen.

timer
10:00
Markant pand in hartje Tiel toch niet gesloopt maar opgeknapt: 19 palen eronder

Een markant winkel-woonpand op de hoek Voorstad-Varkensmarkt-Groenmarkt in Tiel wordt uiteindelijk toch niet gesloopt. De eigenaar laat het nu opknappen en dat is ook een complexe en stevige klus.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Wat gaan we doen deze les?
RAADGEDICHT.
  1. Opstarten + controle aanwezigheid
  2. Doel van deze lessen
  3. Theorie voorvoegsels en achtervoegsels
  4. Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Doel van deze les
Aan het einde van de les weet je:
  1. Wat een kernwoord is
  2. Wat een voorvoegsels is en de betekenis van veel voorvoegsels
  3. Wat een achtervoegsel is en de betekenis van veel achtervoegsels
  4. Kun je tot de betekenis komen door voor- en achtervoegsels te herkennen in woorden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhalen Woordenschat H1H2
1. Bedenk zoveel mogelijk synoniemen
bijvoorbeeld docent-leraar.
timer
2:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhalen Woordenschat H1H2
2. Schrijf zoveel mogelijk zinnen op waar tegenstellingen in voorkomen. Gebruik hierbij signaalwoorden (maar, echter, toch, hoewel, daarentegen).
Voorbeeld: 
Hoewel ik de winter niet leuk vind, vind ik het wel leuk om te skiën. 
timer
2:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Herhalen Woordenschat H1H2
3. Maak zinnen met de volgende woorden. Uit de zin moet blijken dat jij weet wat het moeilijke woord betekent. Als je het woord niet kent, mag je het in het woordenboek opzoeken.
  1. aanschaffen
  2. illustratie
  3. gecombineerd
  4. attractie


timer
2:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat H3H4


Voor- en achtervoegsels

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kernwoord
Een kernwoord is een woord dat op zichzelf een betekenis heeft. Die kan los voorkomen in een zin. 

Met losse kernwoorden kun je nieuwe woorden maken (samenstellingen)
Kern + woord = kernwoord
Voet + bal = voetbal
Water + fles = waterfles


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Woorden met voorvoegsel

Sommige woorden bestaan uit een kernwoord en een voorvoegsel.

Het voorvoegsel is meestal geen echt woord, maar geeft het kernwoord een andere betekenis.


Bijvoorbeeld:

gebruiken - hergebruiken

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorvoegsels 
asymmetrisch --> a (voorvoegsel) + symmetrisch (kernwoord)

herkansen--> her (voorvoegsel) + kansen (kernwoord)

wanhoop --> wan (voorvoegsel) + hoop (kernwoord)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verzin een woord met alleen een voorvoegsel.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord?
Omdat de politiechef iets verkeerd had gezegd, is hij op non-actief gesteld.
_________

Slide 13 - Open question

This item has no instructions


opnieuw verdelen
A
interverdelen
B
herverdelen
C
weerverdelen
D
wanverdelen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


een aankoop waarover de achteraf niet tevreden was
A
miskoop
B
wankoop
C
herkoop
D
interkoop

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Achtervoegsels: vrolijk 
Er zijn veel woorden met -heid, -lijk, -ing, -ig, 
 -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch erachter. 

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 
______

Slide 16 - Slide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Betekenis

Door een achtervoegsel verandert de betekenis van een kernwoord.

Kijk dus altijd goed in de zin wat er precies bedoeld wordt.



Het einde van de film is prachtig.

De docent kan eindeloos doorzeuren over mijn punt.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verander dit woord met een achtervoegsel:
te breken

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Schrijf bij de volgende vraag het tegenovergestelde op van 'kansrijk'. 

Gebruik hierbij een achtervoegsel.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tegen het derde elftal van Nijkerk zijn we kansrijk.
___________

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Oefening

woorden maken


In de volgende dia's moet je zoveel mogelijk woorden opschrijven door een voor- of achtervoegsel toe te voegen.


Bijvoorbeeld: beleefd

- onbeleefd -  onbeleefdheid - beleefdheid  -

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

vinden

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht blz. 104, klassikaal maken.
Maken: opdracht 1, 2, 3 op blz. 104-107.

Hoe
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Huiswerk

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 108-109, opdracht 1 t/m 9.

Hoe
opdracht 1 en 2 in alleen en in stilte maken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Huiswerk

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 142, startopdracht.
Blz. 142-145, opdracht 1 t/m 8.

Hoe
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Huiswerk

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 2Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 146-147, opdracht 6 t/m 10.

Hoe
opdracht 1 en 2 in alleen en in stilte maken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Huiswerk

Slide 26 - Slide

This item has no instructions