extra herhaling H2

Een oplossing kan je scheiden door....
A
filtreren
B
adsorberen
C
destilleren
D
extraheren
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Een oplossing kan je scheiden door....
A
filtreren
B
adsorberen
C
destilleren
D
extraheren

Slide 1 - Quiz

van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik bij indampen?
A
deeltjesgrootte
B
dichtheid
C
kookpunt
D
oplosbaarheid

Slide 2 - Quiz

Wat gebeurt er met de opgeloste stof als je het oplosmiddel verdampt?
A
dan blijft de opgeloste stof achter
B
dan verdampt de opgeloste stof mee

Slide 3 - Quiz

Welke scheidingsmethode gebruik je om een oplossing van twee vloeistoffen te scheiden?
A
filtreren
B
destilleren
C
adsorberen
D
indampen

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen indampen en destilleren?

Slide 5 - Open question

Welke soort stoffen uit een oplossing hechten bij adsorberen aan het adsorptiemiddel?

Slide 6 - Open question

Wat is het bekendste adsorptiemiddel?

Slide 7 - Open question

Hoe kan je het beste troebel zeewater helder maken?
A
destilleren
B
extraheren
C
filtreren
D
indampen

Slide 8 - Quiz

Hoe kan je het beste alcohol uit wijn halen?
A
destilleren
B
extraheren
C
filtreren
D
indampen

Slide 9 - Quiz

Hoe kan je het beste de kleur uit een oplossing halen?
A
adsorberen
B
extraheren
C
filtreren
D
indampen

Slide 10 - Quiz

een suspensie is helder, doorzichtig en soms gekleurd
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Bij het scheiden van stoffen maak je gebruik van het verschil in stofeigenschappen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

als het een vaste stof en een vloeistof is en het is troebel en gekleurd,
dan is het een ....
A
emulsie
B
suspensie
C
legering
D
oplossing

Slide 13 - Quiz

hoe kan je het beste een suspensie scheiden?
A
destilleren
B
extraheren
C
filtreren
D
indampen

Slide 14 - Quiz

Van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik van bij bezinken?
A
aanhechtingsvermogen
B
deeltjesgrootte
C
dichtheid
D
oplosbaarheid

Slide 15 - Quiz

Van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik van bij filtreren?
A
aanhechtingsvermogen
B
deeltjesgrootte
C
dichtheid
D
oplosbaarheid

Slide 16 - Quiz

Van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik van bij adsorberen?
A
aanhechtingsvermogen
B
deeltjesgrootte
C
dichtheid
D
oplosbaarheid

Slide 17 - Quiz

wat blijft er achter in het filter bij filtreren?
A
residu
B
filtraat
C
destillaat

Slide 18 - Quiz

als je thee zet, van welke scheidingsmethoden maak je gebruik?
A
alleen filtreren
B
filtreren en extraheren
C
filtreren en adsorberen
D
extraheren en bezinken

Slide 19 - Quiz

Een oplossing kan je het beste ....... om de opgeloste stoffen er uit te halen
A
filtreren
B
indampen
C
extraheren

Slide 20 - Quiz

hoe kan je een mengsel van zout en zand scheiden?
A
extraheren
B
filtreren
C
destilleren
D
indampen

Slide 21 - Quiz

Van welk verschil maak je gebruik als je zout extraheert uit een mengsel van zout en zand?
A
deeltjesgrootte
B
dichtheid
C
oplosbaarheid
D
aanhechtingsvermogen

Slide 22 - Quiz

Hoe kan je een emulsie van elkaar scheiden?
A
bezinken en afgieten
B
filtreren
C
adsorberen
D
extraheren

Slide 23 - Quiz

wat voor soort mengsel is een oplossing?
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 24 - Quiz

wat zie je als een mengsel een suspensie is?

Slide 25 - Open question

wat is een emulsie?

Slide 26 - Open question

hoe werkt een emulgator?

Slide 27 - Open question

rook is een mengsel van ....
A
vaste stof in een gas
B
gas in een vloeistof
C
vloeistof in een gas

Slide 28 - Quiz

schuim is een mengsel van ....
A
vaste stof in een gas
B
gas in een vloeistof
C
vloeistof in een gas

Slide 29 - Quiz

nevel is een mengsel van ....
A
vaste stof in een gas
B
gas in een vloeistof
C
vloeistof in een gas

Slide 30 - Quiz

een legering is een mengsel van ...
A
twee metalen
B
metaal en een niet-metaal
C
twee vaste stoffen
D
een vloeistof en een vaste stof

Slide 31 - Quiz

wat is een voordeel van een legering ten opzichte van een zuiver metaal?

Slide 32 - Open question

een oplossing is een ...... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 33 - Quiz

een suspensie is een ..... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 34 - Quiz

een emulsie is een .... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 35 - Quiz

een legering is een ..... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 36 - Quiz

schuim is een .... mengsel
A
heterogeen
B
homogeen

Slide 37 - Quiz