1.1 - Wat is biologie?

Biologie
VWO 4
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Biologie
VWO 4

Slide 1 - Slide

Leerjaar 4 (VWO)
Hoofdstuk 1 - Inleiding in de biologie
Hoofdstuk 2 - Voortplanting
Hoofdstuk 3 - Genetica
Hoofdstuk 4 - Evolutie
Hoofdstuk 5 - Ecologie
Hoofdstuk 6 - Mens en milieu

Slide 2 - Slide

Cijfers '22-'23

Slide 3 - Slide

Biologie

Slide 4 - Slide

Winnaars Ig Nobelprijs voor biologie
Susanne Schötz, Robert Eklund and Joost van de Weijer for analyzing variations in purring, chirping, chattering, trilling, tweedling, murmuring, meowing, moaning, squeaking, hissing, yowling, howling, growling, and other modes of cat-human communication.
Ling-Jun Kong, Herbert Crepaz, Agnieszka Górecka, Aleksandra Urbanek, Rainer Dumke, and Tomasz Paterek, for discovering that dead magnetized cockroaches behave differently than living magnetized cockroaches.
Paul Becher, Sebastien Lebreton, Erika Wallin, Erik Hedenström, Felipe Borrero-Echeverry, Marie Bengtsson, Volker Jörger, and Peter Witzgall, for demonstrating that wine experts can reliably identify, by smell, the presence of a single fruit fly in a glass of wine

Slide 5 - Slide

Eerst lachen, dan denken
bladzijde 10-11

Slide 6 - Slide

Thema 1 
Inleiding in de biologie

VWO 4

Slide 7 - Slide

Thema 1 - Inleiding in de biologie
1.1 - Wat is biologie?
1.2 - Organen, weefsels en cellen
1.3 - Plantaardige en dierlijke cellen
1.4 - Celorganen
1.5 - Transport door membranen
1.6 - Natuurwetenschappelijk onderzoek

Slide 8 - Slide

1.1 - Wat is biologie?

Slide 9 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je weet wat een levenscyclus is
Je kan voorbeelden noemen van overlap tussen biologie en andere vakgebieden
Je kan voorbeelden noemen van de rol van biologie in de hedendaagse wereld
Je kan verschillende organisatieniveaus noemen (en hiertussen schakelen)

Slide 10 - Slide

Organismen en hun leven
Organisme -> levenskenmerken:
voortplanten, groeien, stofwisseling, ontwikkeling, voeden, uitscheiden

Stofwisseling -> chemische reacties en uitwisseling van stoffen

Slide 11 - Slide

Organismen en hun leven
Levende organismen hebben een levensloop met stadia 
Levensloop (individu) <-> Levenscyclus (soort)
Dode natuur is ook biologie!
Voorbeeld: dode boom is leefomgeving van insecten

Levenloze natuur ook nodig voor levende natuur

Slide 12 - Slide

Biologie en andere vakken

Slide 13 - Slide

Biologie vandaag en morgen
Ontwikkelingen op allerlei vlakken
Vaak in het nieuws, of in je dagelijkse leven

Biologisch eten, vaccinaties, soortenbehoud

Slide 14 - Slide

Systemen in de biologie

Biologie op verschillende niveaus
Volledig leefgebied of populatie
Maar ook cel of celorgaan

Slide 15 - Slide

Systemen in de biologie
Emergente eigenschap - eigenschap van een bepaald organisatieniveau dat ontstaat door de onderdelen daarvan
Voorbeeld: fiets
Biologisch voorbeeld: organismen met orgaanstelsels

Slide 16 - Slide

1.2 Organen, weefsels en cellen

Slide 17 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kan orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij mensen herkennen en hiervan functies benoemen
Je kan omschrijven hoe cellen, weefsels en organen op systeemniveau met elkaar te maken hebben
Je kan bij (enkele) organen samenhang tussen vorm en functie omschrijven

Slide 18 - Slide

Orgaanstelsels en organen
Voorbeelden van orgaanstelsels?
En noem een orgaan dat daarbij hoort

Slide 19 - Slide

Noem een orgaanstelsel met een orgaan dat er bij hoort

Slide 20 - Open question

Weefsels en cellen
Verschillende soorten cellen -> vorm en taak
Cellen met dezelfde vorm en taak vormen een weefsel

Slide 21 - Slide

Weefsels en cellen
Dekweefsels (epitheel of slijmvlies) -> rechthoekig, strak tegen elkaar aan. Waarom?

Slide 22 - Slide

Weefsels
Zenuwweefsel - ?
Spierweefsel - ?

Bindweefsel - steun, vorm, verbinding
Hier liggen cellen verder uit elkaar, met vezels en tussencelstof er tussen

Slide 23 - Slide

Tussencelstof
Ligt tussen cellen bij veel weefsels
Samenstelling van tussencelstof hangt samen met functie van het weefsel
Moet het weefsel bewegelijk zijn, of juist stevigheid geven?

Slide 24 - Slide

Vorm en functie
Organen en orgaanstelsels -> zo 'ideaal mogelijk' 
Benen van de mens: niet te zwak -> kan lichaam niet dragen; niet te stevig -> te zwaar om te verplaatsen

Slide 25 - Slide

Aan het werk
1.1 - opdr. 1, 3, 4, 5, 6
1.2 - opdr.  12, 13, 14, 15, 16, 17 
(vind je paragraaf 1.2 lastig, maak dan eerst 10+11)

Klaar? - 7, 8, 9, 18
Lezen: 1.3

Slide 26 - Slide