formules

Welkom 1MH2!
Welkom !
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 1MH2!
Welkom !

Slide 1 - Slide

Planning
Vandaag H8.1
Week 2: H8.2 t/m h8.4
Week 3: 8.5 en herhalen 
week 4: toets op don 24 maart


Slide 2 - Slide

Doel
Formules korter schrijven

Slide 3 - Slide

Opfrissen vorige hoofdstukken
Liza heeft ansichtkaartjes gemaakt op een website voor kerst. Ze wil de kaarten thuis met de hand schrijven en opsturen. Voor het ontwerp en het drukken van de kaarten moet ze het volgende betalen: Voor het ontwerp betaalt ze  in totaal 2 euro. Het drukken van de kaarten kost 0,20 euro per kaart.

De woordformule is:  Bedrag = 0,20 x Aantal + 2

Slide 4 - Slide

Formule korter schrijven
Wist je dat wiskundige lui zijn..  Ze willen alles zo kort mogelijk opschrijven

Bedrag = 0,20 x Aantal + 2
Hoe kan je dit korter schrijven?

Slide 5 - Slide

Formule korter schrijven
Wist je dat wiskundige lui zijn..  Ze willen alles zo kort mogelijk opschrijven

Bedrag = 0,20 x Aantal + 2
Hoe kan je dit korter schrijven?
B = 0,2 x A + 2

Slide 6 - Slide

Formule korter schrijven
Weetje: wiskundige zijn lui..

B = 0,20 x A + 2

Maar dat is nog niet alles:
 B = 0,20A + 2

Slide 7 - Slide

formules korter schrijven
Ze schrijven niet B = 0,20 x A + 2
maar B = 0,20A + 2

Schrijf de volgende woordformules korter op:
• Kosten in euro’s = 3 + 0,50 x aantal foto’s
• Lengte in cm van een kaars = 30 – 6 x aantal brand uren
Ik wijs iemand aan als jullie klaar zijn!
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Formules korter schrijven
Soms kom je in een formule dezelfde termen tegen


Wat is in deze formule dezelfde term?

Denk aan lineaire formule: hellingsgetal en startgetal




B=3A+5+2A

Slide 9 - Slide

Formules korter schrijven
Korter schrijven = zelfde termen bij elkaar optellen


Formule korter schrijven






B=3A+5+2A
B=5A+5

Slide 10 - Slide


Gelijksoortige termen bij elkaar optellen
appels bij appel & peren bij peren
Hellingsgetal bij hellingsgetal, 
startgetal bij startgetal

Slide 11 - Slide

Samen oefenen
Pak opdracht 06 erbij
Schrijf korter: 

U = 5t + 6t + 9
5t + 6t + 9t = U
5t + 6v + 9 = U
U = 6t + 5 + 9t


Slide 12 - Slide

Aan de slag
Opdracht V2, V7, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Havo: ook de U opdrachten


We werken de eerste 5 min in stilte
Vragen beantwoord ik NA de 5 min
timer
5:00

Slide 13 - Slide