V6 middenstuk betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

Welkom v6!

Programma

1. Korte terugblik vorige les
2. Middenstuk betoog
   
3. Middenstuk van meegebracht betoog
   
4. Middenstuk schrijven
5. Afsluiting en vooruitblik
   

Wat presenteer je ALTIJD in de inleiding van een betoog?

Op welke plek in de inleiding presenteer je je stelling; standpunt; mening?

Middenstuk betoog

Hoe noem je de deelonderwerpen in een betoog?

1. weerleggingen
2. gewoon deelonderwerpen
3. argumenten
4. tegenargumenten

Waar of niet waar? Elke alinea behandelt een ander deelonderwerp.

1. waar
2. niet waar

Waarmee onderbouw je bij voorkeur je argumenten?

1. met feiten
2. met verklaringen
3. met oorzaak-gevolgtrekkingen
4. met voor- en nadelen

Hoe kun je een alinea met een argument het beste opbouwen?

1. onderbouwing - signaalwoord - kernzin (argument)
2. kernzin (het argument) - onderbouwing - signaalwoord
3. signaalwoord – kernzin (het argument) – onderbouwing
4. kernzin (het argument) - signaalwoord - onderbouwing

Vul de zin aan:
Zorg ervoor dat de argumenten ... zijn, oftewel dat je ze verschillend kunt ... (sociaal – economie – milieu – etc.).

1. belangrijk; labelen
2. belangrijk; ontkrachten
3. divers; ontkrachten
4. divers; labelen

Pak weer het eerder opgezochte betoog erbij. Bekijk nu het middenstuk van dit betoog en beantwoordt de volgende vragen:
1. Behandelt elke alinea een ander deelonderwerp (argument)?
2. Worden er signaalwoorden gebruikt aan het begin van elke alinea?
3. Worden de argumenten aan het begin van elke alinea gepresenteerd?

Lees de inleiding en het slot van de tekst Pas met vijf jaar
naar basisschool. Het middenstuk van dit betoog ontbreekt.
Schrijf dit middenstuk. Gebruik 200-300 woorden.

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: dinsdag 5 september

• Huiswerk: gevonden betoog weer meenemen (mag digitaal)
• Meenemen: leesboek en laptop
• Programma: slot betoog