This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
1.4/1.5 Gezonde longen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Wat heb je de vorige les gedaan? 5 min
Wat is je doel voor deze les? 5 min
Wat weet je al? 5 min
Samen aan de slag? 10 min
Zelfstandig aan de slag 15 min
Heb je je doelen behaald? 10 min
Afsluiting van de les 5 min
Slide 2 - Slide
Waar hebben we het vorige x over gehad?
Slide 3 - Slide
Bronchiën
Luchtpijp
Luchtpijptakjes
longblaasjes
Slide 4 - Drag question
Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling?
Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes
2 bronchiën
3 luchtpijp
Slide 5 - Drag question
Open vraag
Leg uit waarom je beter door je neus adem kunt halen.
Je kun beter door je neus ademhaling, omdat schadelijke deeltjes dan in het slijmvlies kunnen blijven hangen en je longblaasjes dus niet zullen beschadigen.
Slide 6 - Slide
Welk nummer hoort bij de onderstaande woorden?
lucht
nr. 1.
. bloed met koolstofdioxide nr.2
bloed met zuurstof
nr. 3
koolstofdioxide
nr: 4
zuurstof
nr. 5
5. zuurstof
Slide 7 - Slide
Wat gebeurt er in de longblaasjes?
A
Zuurstof wordt opgenomen
B
koolstofdioxide wordt opgenomen
C
zuurstof wordt opgenomen, en koolstofdioxide wordt afgegeven
D
koolstofdioxide wordt opgenomen en zuurstof wordt afgegeven
Slide 8 - Quiz
Wat is de functie van de longblaasjes?
A
Zorgen voor de gaswisseling
B
Zorgen voor meer energie
C
Zorgen voor sterkere longen
D
Zorgen voor een betere ademhaling
Slide 9 - Quiz
De wand van de longblaasjes is...
A
Dik
B
Dun
C
niet dun en niet dik
Slide 10 - Quiz
www.hetklokhuis.nl
Slide 11 - Link
Wat zijn jouw doelen?
Slide 12 - Mind map
Aan de slag met:
Paragraaf 1.2
Klaar?
- Nakijken
- Verder gaan met opdrachten
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Waardoor vindt er in de longen van patiënten met longemfyseem minder gaswisseling plaats dan in gezonde longen?
A
Doordat de bronchiën blijvend vernauwd zijn.
B
Doordat de wanden van de longblaasjes beschadigd zijn.
C
Doordat door ontstekingen in de bronchiën slijm ontstaat.
D
Doordat het slijmvlies in de luchtwegen verdikt is.