Ch 2 - Lesson 2: E: Writing (Past Continuous & Past Simple)

Past Continuous & Past Simple
in 1 zin
1 / 41
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Past Continuous & Past Simple
in 1 zin

Slide 1 - Slide

Today's planning
- homework check
- explanation past continuous and past simple in one sentence
- LessonUp quiz
- Working in the book

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
At the end of this lesson:

- I know when to use the past simple 
- I know when to use the past continuous
- I know how to form both tenses 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video



Scratch was de eikel aan het verstoppen toen het ijs brak, de berg spleet, de continenten uit elkaar dreven, etc. etc..

Slide 5 - Slide

PAST CONTINUOUS
  • Wanneer moet je de past continuous gebruiken?
  • Wat is de regel?

Slide 6 - Slide

De regel van de
Past Continuous


  1. was / were
  2. ww+ing

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je de
Past Continuous?



Als je over iets vertelt/schrijft

dat in het verleden bezig/aan de gang was.

Slide 8 - Slide

Wat is de regel?

Tip: kijk in elke zin naar de werkwoorden.


  • I was swimming at 8 o'clock last night.
  • We were studying in the library all day yesterday.
  • Peter was cleaning his room.

Slide 9 - Slide

Past Simple (verleden tijd)
  • Wanneer moet je de past simple gebruiken?
  • Wat is de regel?
  • Uitzonderingen

Slide 10 - Slide

Wanneer gebruik je de Past Simple?

Als je over iets vertelt/schrijft 
dat in het verleden gebeurd is.
Het is begonnen en gestopt in de verleden tijd.
Er staat een tijdsbepaling in van Verleden Tijd 
(yesterday, this morning, three years ago, etc.).

Slide 11 - Slide

Wat is de regel?
TIP: kijk in elke zin naar het werkwoord.

  • Yesterday, I played the guitar.
  • Mary sailed to England last year.
  • We danced all night long.
  • My boyfriend picked me up yesterday.

Slide 12 - Slide

Wat is de regel?
rww + (e)d


bijv:
work   --> worked
dance --> danced
oww + 2e kolom

bijv.:
eat - ate - eaten
see - saw - seen

Slide 13 - Slide

UITZONDERINGEN
:(

Slide 14 - Slide

PAST SIMPLE - uitzonderingen

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN


  1. Krijgen géén +(e)d;
  2. Moet je uit je hoofd leren;
  3. Je hebt de 2e kolom nodig

Slide 15 - Slide

PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE

Als ze samen in een zin staan dan:


  • geeft de Past Continuous de langer durende actie aan
  • geeft de Past Simple de korter durende actie aan



Slide 16 - Slide

Wat duurt langer?
    geeft de PC de langer durende actie aan
    geeft de PS de korter durende actie aan

I was walking when I dropped my marker.
Het lopen duurt langer dan het vallen van mijn markeerstift.

Slide 17 - Slide

Wat duurt langer?
    geeft de PC de langer durende actie aan
    geeft de PS de korter durende actie aan

When Mary called him Peter was sleeping.
Het slapen duurt langer dan het roepen.

Slide 18 - Slide

EVEN OEFENEN!
In deze zinnen moet je de Past Simple OF Past Continuous invullen.

Type je antwoorden met één spatie ertussen.

Slide 19 - Slide

Wat is de regel van de PAST CONTINUOUS?
(wat doe je met het werkwoord?)

Slide 20 - Open question

was
were
I
you
we
they
she/he/it

Slide 21 - Drag question

I .......... late last night. (work)
A
were working
B
was working
C
work
D
worked

Slide 22 - Quiz

We .......... in the ocean last week. (swim)
A
swimming
B
were swimming
C
was swimming
D
swam

Slide 23 - Quiz

You ........... TV al night. (watch)
A
were watching
B
was watching
C
watch
D
watched

Slide 24 - Quiz

My friends .......... me on my birthday last year. (surprise)
A
was surprising
B
were surprising
C
surprised
D
surprising

Slide 25 - Quiz

We .......... to school yesterday. (walk)
A
walked
B
walking
C
was walking
D
were walking

Slide 26 - Quiz

I always .......... her. (love)
A
loving
B
loved
C
was loving
D
were loving

Slide 27 - Quiz

She .......... a car. (buy)
A
bought
B
buyed

Slide 28 - Quiz

We .......... dinner. (eat)
A
eaten
B
eat
C
ate

Slide 29 - Quiz

EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watch) tv when my uncle ______ (call).

Je typt dan:

Slide 30 - Slide

EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watch) tv when my uncle ______ (call).

Je typt dan:
were watching called

Slide 31 - Slide

Ready?!

Slide 32 - Slide

Stan ________ (train) in the gym, when his grandmother ______ (call) him.

Slide 33 - Open question

We _______ (walk) on the street when someone ________ (rob) us.

Slide 34 - Open question

When he _______ (arrive), Jane ________ (cook) dinner.

Slide 35 - Open question

I _______ (kiss) a boy when my mom _______ (enter) my room.

Slide 36 - Open question

You _______ (watch) Netflix when Kelly _______ (text) us.

Slide 37 - Open question

LET OP!
Natuurlijk kunnen ook hier onregelmatige werkwoorden gevraagd worden!

Bijv.
say - said
have - had

Slide 38 - Slide

John and Tracy ________ (walk) in the park when he _______ (say) that he loved her.

Slide 39 - Open question

I _______ (have) a football match when the sun _______ (shine).

Slide 40 - Open question

Let's get to work
Blz 96+97
Opdracht 34 - 36a

Blz 98 - 99
Opdr 36C - 38


Slide 41 - Slide