Vraag 5:
a ongeveer 2,2 °C
b In de steden is het al warm door het stedelijke warmte-eiland. Door de klimaatverandering wordt het daar nóg warmer.
c Eigen antwoord leerling, bijvoorbeeld:
1) meer groen (verkoeling, schaduwplekken), bijvoorbeeld bomen in de straten, plantenbakken of speelveldjes
2) meer water (koeler), bijvoorbeeld waterplassen en kinderbadjes
3) minder dichte bebouwing, bredere straten (met bomen)