Week 11 eetcultuur en wensen

Gasten die anders eten
Hoofdstuk 7
1 / 15
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2-4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gasten die anders eten
Hoofdstuk 7

Slide 1 - Slide

Nakijken opdrachten hoofdstuk 6.
Theorie hoofdstuk 7
Opdrachten maken.
Planning

Slide 2 - Slide

Nakijken opdrachten
Hoofdstuk 6 opdrachten: 9,10,12,15,17,20 en 21

Slide 3 - Slide

Gasten die anders eten
Hoofdstuk 7 

Slide 4 - Slide

In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • Vegetarisch
  • Veganistisch
  • Biologisch

Het doel van dit hoofdstuk

Slide 5 - Slide

Redenen om vegetarisch te eten:

  1. Bezwaar tegen dat dieren worden gedood.
  2. Manier waarop dieren gehouden worden.
  3. Vanwege je gezondheid.
  4. Grondstoffen worden verspild.

Vegetarisch

Slide 6 - Slide

  • Verschillende soorten vegetariërs
  • Veganisten moeten opletten dat ze alle noodzakelijke voedingsstoffen binnenkrijgen.
  • Met name B12 is belangrijk

Vegetarisch 

Slide 7 - Slide



Is de meest duurzame manier om landbouw te bedrijven en voedsel te produceren:

  • Milieu wordt gespaard
  • Biodiversiteit bevorderd
  • Natuurlijke hulpbronnen behouden
  • Kringlopen bewaard
  • Dierenwelzijn gerespecteerd
  • Platteland leefbaar gehouden
  • Voeding die met natuurlijke ingrediënten en procedés is vervaardigd

Biologisch

Slide 8 - Slide





  • Gebruikt biologisch uitgangsmateriaal
  • Alleen toegestane meststoffen
  • Er wordt vruchtwisseling toegepast
  • De teler kiest rassen die geschikt zijn voor biologische landbouw
  • Er worden natuurlijke vijanden ingezet tegen parasieten
  • Onkruid mag alleen mechanisch of d.m.v. verbranden worden bestreden
  • Plastic bodembedekkingsmateriaal mag alleen als dit afbreekbaar is
  • Geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen
  • Gewassen groeien in principe in de bodem


Biologische akkerbouw 

Slide 9 - Slide


  • Jonge en aangekochte dieren hebben biologische herkomst
  • Stallen, weides, uitloop natuurlijk ingericht, ruim genoeg en bieden beschutting
  • Dieren kunnen naar buiten
  • Stallen hebben daglicht, ventilatie, genoeg droge ligruimtes met stro
  • Dieren krijgen biologisch geproduceerd voer
  • Aan krachtvoer is een maximum gesteld
  • De boer kiest rassen met natuurlijke weerstand
  • Reguliere geneesmiddelen en antibiotica mogen worden toegediend onder toezicht van een veearts, maar alleen bij ziekte en niet preventief toegestaan

Biologische Veeteelt

Slide 10 - Slide

  • Biologisch is duurder, doordat:
  • Productiekosten hoger zijn
  • Lagere opbrengst per hectare
  • De dieren hebben meer ruimte
  • Meer aandacht aan de producten
  • Onkruid wieden gaat met de hand
  • Controle op EKO-keurmerk kost tijd

Biologisch

Slide 11 - Slide

Gaat een stapje verder dan biologisch, daar 
bovenop wordt gestreefd naar:

  • Een gesloten kringloop
  • Extra energie voor de grond door gebruik van kruidenpreparaten
  • Intensieve verzorging voor dieren

Biologisch-dynamisch

Slide 12 - Slide

Milieuvriendelijk, zo min mogelijk belastend of vervuilend voor het milieu

Uitgangspunt: 
De mens is niet los te zien van zijn omgeving.
Werkt niet met chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
Meestal biologisch of biologisch-dynamisch.

Kenmerken:
Geen onnodige verspilling van voedsel;
Geen onnodige verontreiniging van het milieu;
Het natuurlijk evenwicht niet verstoren;
Grondstoffen en energievoorraden niet uitputten.


Ecologisch

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 7 maken opdrachten: 2,4,5,7 en 10

Maken opdrachten

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 7
Opdrachten: 2,4,5,7 en 10

Huiswerk

Slide 15 - Slide