This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Kapitel 6: Freizeit
Stunde 4
Slide 1 - Slide
Was macht ihr heute?
- Hausaufgaben kontrollieren
- Höraufgaben
- Sprachmittel
Ik controleer alles wat je hebt gedaan. Iets leeg laten wordt niet geaccepteerd. Maak je geen opdrachten?/leeg laten > absent
Heb je vragen? > stel ze!
Stuur voordat je verder gaat foto van je gemaakte huiswerkopdrachten
Slide 2 - Slide
Antworten Ü. 10&11
S. 18-19
Slide 3 - Slide
Höraufgaben
Je gaat via Neue Kontakte Online de volgende opdrachten maken:
K6 > E Sprechen > 13, 14 & 17.
Na deze opdrachten bekijk je de Sprachmittel (bij de drie streepjes op NK Online).
Slide 4 - Slide
De volgende vragen gaan over de Sprachmittel. Bij de open vragen is het de bedoeling dat je daar in hele zin in het Duits antwoord op geeft, dus niet vertalen.
Dit kun je allemaal terug vinden in de Sprachmittel.
Dus: auf Deutsch!!!
Slide 5 - Slide
Ik ga met mijn broer zwemmen.
A
Ich gehet mit meiner Bruder schwimmen.
B
Ich gehen mit meiner Bruder schwimmen.
C
Ich gehe mit meiner Bruder scwimmen.
D
Mein Bruder schwimmt mit mir.
Slide 6 - Quiz
Mein Hobby ist ins Kino gehen
A
Mijn hobby is naar de bioscoop gaan.
B
Mijn bioscoop is naar het theater gaan.
C
Mijn hobby is naar de stad gaan.
Slide 7 - Quiz
Beantwoord de volgende vraag in een hele zin: Was machst du gerne?
Slide 8 - Open question
Beantwoord de volgende vragen in hele zinnen: Was sind deine Hobbys und wann machst du das?
Slide 9 - Open question
Am Montag zocke ich bis 23.00 Uhr mit meinem besten Freund.
A
Op maandag slaap ik tot 23:00 met mijn beste vriend.
B
Op dinsdag game ik tot 23.00 met mijn vriend.
C
Op maandag game ik tot 23:00 met mijn beste vriendin.
D
Op maandag game ik tot 23.00 met mijn beste vriend.
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je: ik ga graag naar de stad met mijn moeder.
A
Ich gehe gerne in die Stadt mit meiner Mutter.
B
Ich gehe in die Stadt mit meiner Mutter.
C
Ich gehe gerne in die Stadt mit meiner Moeder.
Slide 11 - Quiz
Op welke vraag antwoord je, als je dit zegt: Ich gehe oft mit Freunden ins Kino.
A
Mit wem gehst du einen Film gucken?
B
Mit wem chillst du?
C
Mit wem/wen gehst du ins Kino?
Slide 12 - Quiz
Vertel nog iets over jouw hobby/iets wat in je vrije tijd doet. Niet een antwoord van de vorige vragen.
Slide 13 - Open question
Endlich Ferien! Erhol' dich und wir sehen uns hoffentlich nach den Ferien wieder in der Schule.