SEMANA 9 - MARTES 25-2-25

• Spaans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

SEMANA 6 - MARTES 11-2-25

BEGINTAAK

¿QUÉ SIGNIFICA?

¿QUÉ?

¿DÓNDE?

¿POR QUÉ?

¿CÓMO?

¿CUÁNDO?

¿QUIÉN?

¿Qué día es hoy?

La fecha de hoy en español

Hoy es ....

Aquí el profe puede simplemente escribir la fecha de hoy en la pizarra para ir más rápido. Creo que es bueno incluir esto  para despertar la curiosidad. 

LESDOELEN

1. Woordenschat: Je herkent en gebruikt Spaanse woorden over familie. Je kent ook de vraagwoorden in het Spaans.
   
   
2. Spreekvaardigheid: Je kunt in het Spaans iets vertellen over je familie.

TAREA PARA HOY

CONTROLA CON TU COMPAÑERO/A

TÍA

HERMANO

ABUELOS

ACTIVIDAD VÍDEO

ANTES DE MIRAR EL VÍDEO

1 padre 2 hijo 3 tío 4 abuelo 5 hermanos 6 primos

7 marido

1 madre 2 hija 3 tía 4 abuela 5 hermanas 6 primas

7 mujer

DESPUÉS DE MIRAR EL VÍDEO

1 Verdadero 2 Falso 3 Falso 4 Verdadero 5 Verdadero

6 Falso 7 Falso 8 Verdadero 9 Verdadero 10 Falso

11 Verdadero 12 Falso

1 Frase 2: Juan tiene 47 años. 2 Frase 3: El padre de

Eva tiene dos hermanos. 3 Frase 6: María es la tía

de Eva. / María es la mujer de su tío Paco. 4 Frase 7:

Eva tiene dos primos. 5 Frase 10: Pepe es el abuelo de

Eva. 6 Frase 12: Pepe tiene 76 años.

TRABAJA 

Peer revieuw (controlamos)

Werk in tweetallen en wissel je geschreven zinnen uit.

Lees de 8 zinnen van je partner en markeer welke 3 onjuist zijn.

Bespreek samen of de correctie klopt en waarom.

Als extra controle kun je je antwoorden vergelijken met een ander duo.

BESPREKING PW2?

TOMA TU LAPTOP

VE A STUDYGO (AGENDA MAGISTER)

PRACTICA CON LA LISTA:  LA FAMILIA

LESDOELEN

1. Woordenschat: Je herkent en gebruikt Spaanse woorden over familie. Je kent ook de vraagwoorden in het Spaans.
   
   
2. Spreekvaardigheid: Je kunt in het Spaans iets vertellen over je familie.

PRÓXIMA CLASE

LEEMOS Y RESPONDEMOS

LESDOELEN

1. Woordenschat: Je herkent en gebruikt Spaanse woorden over familie.
   
   
2. Spreekvaardigheid: Je kunt in het Spaans iets vertellen over je familie.

HABLAMOS DE NUESTRA FAMILIA

EJEMPLO (voorbeeld)

LA VISITA DE MATEO

LESDOELEN

1. Vraagwoorden: Je kunt Spaanse vraagwoorden goed gebruiken in zinnen.
2. Woordenschat: Je herkent en gebruikt Spaanse woorden over familie.
3. Spreekvaardigheid: Je kunt in het Spaans iets vertellen over je familie.