Fictie blok 3

Goedemorgen!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste vorm van het werkwoord?

(drinken) jij graag thee?
A
drink
B
drinkt

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord?

(landen) hij op Schiphol?
A
land
B
landt

Slide 3 - Quiz

Hoe schrijf het werkwoord in de verleden tijd?

Hij (rekenen) het bedrag uit.

Slide 4 - Open question

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in tegenwoordige tijd?
Hij (dansen) de tango.

Slide 5 - Open question

Hoe schrijf je het werkwoord in de verleden tijd?

Ik (koken) pasta.

Slide 6 - Open question

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?

Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald

Slide 7 - Quiz

Personages
Hoofdpersoon
  • Belangrijkste personage in een verhaal. 
  • Meestal één hoofdpersoon. Maar soms ook meer. 

Slide 8 - Slide

Personages
Hoofdpersoon:
  • Wordt uitgebreid beschreven: je leest wat deze persoon denkt en voelt.
  • Heeft meestal een probleem of opdracht in het verhaal dat opgelost of volbracht moet worden. 

Slide 9 - Slide

Personages
Bijfiguren:
  •  minder belangrijk
  • Karakter wordt minder uitgebreid beschreven
  • helper/ tegenstander/ ...

Slide 10 - Slide

Personages beschrijven
  • uiterlijk
  • belangrijke kenmerken (gezondheid,  leeftijd, geslacht,..)
  • karaktereigenschappen
  • relaties met andere personen

Slide 11 - Slide

sociaal – op zichzelf  
voorzichtig – avontuurlijk  
gevoelig – bot  
serieus – zorgeloos  
somber – vrolijk  
volgzaam – opstandig  
dromerig – nuchter  
moedig – neemt geen risico 

Slide 12 - Slide

Aan het werk!
Aan het werk

Slide 13 - Slide

Aan het werk!

Slide 14 - Slide

Aan het werk!

Slide 15 - Slide