herhalingsles

• Middelbare school

1 aanbieder op de markt, dit is een

1. oligopolie
2. volkomen concurrentie
3. monopolistische concurrentie
4. monopolie

Het aanbieden van games, smartphones kunnen alleen de grote bedrijven, dit is een

1. oligopolie
2. monopolistische concurrentie
3. volkomen concurrentie
4. monopolie

suiker, graan en houtskool zijn voorbeelden van producten die nagenoeg hetzelfde zijn. Deze marktvorm is een

1. oligopolie
2. monopolistisch concurrentie
3. volkomen concurrentie
4. monopolie

In welke branches of markten zou kartel vorming nog meer kunnen optreden?

Als de vraag naar een product stijgt...

1. ... verschuift de vraaglijn naar rechts/omhoog
2. ... verschuift de vraaglijn naar links/omlaag
3. ... De vraaglijn verschuift niet
4. ...De aanbodlijn gaat naar links/omhoog

Een hogere prijs zorgt voor een

1. Verschuiving langs de vraaglijn
2. Verschuiving van de vraaglijn naar links/beneden
3. Verschuiving van de vraaglijn naar rechts/boven

Als het inkomen met 10% stijgt en er wordt daarom meer gekocht voor dezelfde prijs dan...

1. schuift de vraaglijn naar boven/rechts
2. schuift de vraaglijn naar beneden/links
3. verandert alleen het punt op de vraaglijn
4. Gebeurd er niets

Juist

Onjuist

Als aanbod stijgt daalt de prijs

Als de vraag stijgt dan daalt de prijs

Als de prijs stijgt komen er meer aanbieders

het consumentensurplus is het verschil tussen...

1. de betalingsbereidheid en de marktprijs
2. de betalingsbereidheid en de evenwichtsprijs
3. de evenwichtsprijs en de marktprijs
4. de evenwichtsprijs en de laagste prijs

Welke kleur heeft het producentensurplus?

1. Groen
2. Blauw
3. Rood
4. Geel

Hoe berekenen we de oppervlakte van het consumenten- of producentensurplus? Oftewel van een driehoek?

1. met een rekenmachine
2. basis x hoogte x 1/2
3. basis x hoogte x 2

De aandelenmarkt is een..

1. abstracte markt; je kan er heen
2. fysieke markt; je kan er niet naartoe
3. abstracte markt; je kan er niet naar toe
4. fysieke markt; je kan er naartoe

Bereken de evenwichtsprijs (Pe)

Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

1. 2 euro 33
2. 43 eurocent
3. 1 euro
4. 7 euro

Bereken de evenwichtshoeveelheid (Qe)
Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

Bereken de maximale betalingsbereidheid (Pmax)

Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

1. 1,50 euro
2. 2,33 euro
3. - 4 euro
4. 4 euro

Bereken de minimale leveringsbereidheid (Pmin)

Qa= 200P - 300
Qv= -100P + 400

1. 1,50 euro
2. 4 euro
3. 2,67 euro
4. 233

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop? (van linksboven naar rechtsonder?)

1. want P -- is Qv --
2. hoe duurder iets is, hoe meer vraag
3. hoe goedkoper iets is, hoe meer vraag
4. bij een lage prijs wordt er weinig gevraagd

Wat heeft er bij jou het meeste invloed op jouw vraag (koopgedrag)?