What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Prepositions
Prepositions
Grammar
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Prepositions
Grammar
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Ik kan voorzetsels op de juiste manier gebruiken in het Engels.
Slide 2 - Slide
Vul de zin aan met een voorzetsel:
We travelled to Italy ... (met) car.
Slide 3 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
Leave your shoes ... (bij) the door.
Slide 4 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
The mirror is ... (op) the wall.
Slide 5 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
You should never walk ... (naar binnen) a classroom during a test.
Slide 6 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
We never do any work ... (op) Sundays.
Slide 7 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
Let's meet up ... (om) half past seven.
Slide 8 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
The stage is ... (aan) the right side.
Slide 9 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
You look great ... (op) this picture.
Slide 10 - Open question
Snap je dit onderdeel?
Ga verder met je weektaak (zie de werkwijzer op It's Learning)
Slide 11 - Slide
Lastige aan voorzetsels
Er zijn er zo ontzettend veel, die op verschillende manieren gebruikt kunnen worden.
Slide 12 - Slide
Maar:
We gaan kijken naar de meest voorkomende vormen bij plaatsen en tijden. Ook kijken we aan het eind naar specifieke vormen die je dient te kennen.
Slide 13 - Slide
In
Plaats
ruimte
gebouw
straat
stad
land
boek
krant
vervoer
foto
wereld
Tijd
We sleep in a huge bed.
He is in hospital now.
I live in a quiet street.
We live in London.
They live in the Netherlands.
I read it in Harry Potter.
It was in the newspaper.
I saw him driving in a new car.
You look great in this picture.
Where in the world were you?
maand
seizoen
dagdelen
jaar
over een bepaalde tijd
I was born in January.
We went away in autumn.
Let's meet in the evening.
It all started in 2020.
Dinner's ready in thirty minutes.
Slide 14 - Slide
At
Plaats
naast of
vlakbij
aan tafel
waar je iets aan het doen bent
Tijd
Leave your shoes at the door.
We were sitting at the table.
She is studying at the library.
They are at school.
Dad is at work.
nacht
specifieke tijd
feestdagen
I love studying at night.
Let's meet at half past seven.
We meet our family at Christmas.
Slide 15 - Slide
On
Plaats
eraan vast
op de oppervlakte
bepaalde kant
etage
OV
media
Tijd
The mirror is on the wall.
They keys are on the table.
The boat floated on the water.
It is on the right side.
We live on the second floor.
They were talking on the bus.
I saw it on TikTok.
weekdagen
I never study on Sundays.
She hates working on Monday.
Slide 16 - Slide
Nog meer die je vaker tegenkomt
Plaats
over
door
met
via
naar
boven
onder
naast
er in
vanaf
Tijd
The bird flew
over
the house.
The bird flew
through
the cage.
The bird flew
with
the cage.
The bird flew
via
the cage.
The bird flew
to
the cage.
The bird flew
above
the cage.
The bird flew
under
the cage.
The bird flew
next to
the cage.
The bird flew
into
the cage.
The bird flew
from
the cage.
voor (klok)
over (klok)
van ... tot
op z'n laatst
rond
It is ten
to
ten. (09:50 / 21:50)
It is ten
past
ten. (10:10 / 22:10)
I work
from
Monday
to/till
Friday.
It will be done
by
6 o'clock.
By
7 pm, I had finished everything.
Slide 17 - Slide
Verwarrende voorzetsels
met vervoersmiddel
getrouwd met
tussen personen
I go to school
by
bike.
We went to Italy
by
plane.
He is married
to
a very beautiful girl.
Friends often make jokes
among
each other. (meerdere personen)
Between
you and me, I hate school. (2 personen)
Slide 18 - Slide
Beste aanpak?
Leren, maar vooral oefenen!
Hoe vaker je ze tegenkomt, hoe makkelijker het wordt.
Slide 19 - Slide
Vul de zin aan met een voorzetsel:
The teacher walked ... (door) the classroom.
Slide 20 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
Let's go and meet Jackie ... (bij) at cafe.
Slide 21 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
I walked ... (naar binnen) his room and saw him kissing his pillow.
Slide 22 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
I left your books ... (op) your bed.
Slide 23 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
I love working ... (op) special days, because I get paid more.
Slide 24 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
School starts ... (om) 8.15 in the morning.
Slide 25 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
Hang the poster ... (aan) the left side of the classroom, please.
Slide 26 - Open question
Vul de zin aan met een voorzetsel:
You are the best mother ... (in) the world!
Slide 27 - Open question
Ik kan voorzetsels op de juiste manier in de zin gebruiken.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.
Slide 28 - Poll
More lessons like this
Unit 24
September 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Making questions with " to do"
January 2021
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Theme 6: Prepositions of place
April 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Prepositions of place and pww prep
June 2023
- Lesson with
50 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Prepositions
April 2024
- Lesson with
28 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1,2
2BK - Grammar 13 (in, on, at)
May 2020
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
MAART TSBA ENGLISH - Prepositions 1
April 2021
- Lesson with
36 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1,2
5-10
April 2023
- Lesson with
26 slides
English
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1