7.1 Alles werkt samen

7.1 Alles werkt samen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.1 Alles werkt samen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de opbouw van het lichaam van een organisme beschrijven in orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen.
  • Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken, zodat je cellen altijd genoeg zuurstof en glucose voor de verbranding hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.
  • Je kunt uitleggen wat suikerziekte is en waardoor deze ziekte ontstaat. 

Slide 2 - Slide

Zet de volgende componenten op volgorde van groot naar klein:
1
2
3
4
Cellen
Orgaanstelsel
Weefsel
Orgaan

Slide 3 - Drag question

Taken
  • Cellen: kleinste bouwstenen
  • Weefsel: groep cellen met zelfde vorm en functie
  • Orgaan: groep weefsels/deel lichaam met eigen taak
  • Orgaanstelsel: groep samenwerkende organen aan één taak
  • Organisme: levend wezen

Slide 4 - Slide

Zie bron 3
  • Hoe herken je de luchtpijp en de slokdarm? 
  • Wat is de borstholte, middenrif en buikholte?
  • Ligt je hart links of rechts in je lichaam?

Slide 5 - Slide

Orgaanstelsels
  • Verteringsstelsel: voedingsstoffen uit voedingsmiddelen opnemen
  • Ademhalingsstelsel: O2 in het lichaam brengen en CO2 uit het lichaam
  • Uitscheidingsstelsel: afvalstoffen uit het lichaam verwijderen
  • Bloedvatenstelsel: O2 en glucose door het lichaam vervoeren naar de cellen en CO2 en andere afvalstoffen van de cellen af

Slide 6 - Slide

Hoe komen je cellen aan energie?

Energie ontstaat bij de verbranding van energierijke voedingsstoffen, zoals glucose. Voor de verbranding van glucose heb je zuurstof nodig.

Actieve orgaanstelsels:
  • Verteringsstelsel -> glucose
  • Ademhalingsstelsel -> zuurstof
  • Bloedvatenstelsel -> beide

Slide 7 - Slide

De verbranding van glucose
Verbranding vindt plaats in alle cellen van je lichaam. Door de vrijgekomen energie kun je bewegen, warm blijven, denken, stoffen maken en afbreken.

CO2 en water zijn afvalstoffen. CO2 wordt uitgescheiden via het ademhalingsstelsel en water via het uitscheidingsstelsel (nieren), zweten en uitademen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Huiswerk 7.1 deel 1
Dinsdag 17 sept 6e lesuur
Aantekeningen afmaken!
Bestudeer blz. 8 t/m 12.
Maken + nakijken opdr. 2 t/m 11.

Slide 10 - Slide

Welke 3 factoren heb je nodig bij een verbrandingsproces?

Slide 11 - Open question

Welke stoffen ontstaan er na een verbranding

Slide 12 - Open question

Welke stoffen hebben we nodig om te kunnen bewegen?
A
zuurstof, glucose
B
water, glucose
C
water, zuurstof
D
zuurstof, water, glucose

Slide 13 - Quiz

Waar haal je je energie uit?
A
slapen
B
eten
C
rennen
D
drinken

Slide 14 - Quiz

Wat zijn je afvalproducten?
A
co2 en energie
B
water en warmte
C
co2 en warmte
D
water, co2 en warmte

Slide 15 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt de opbouw van het lichaam van een organisme beschrijven in orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen.
  • Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken, zodat je cellen altijd genoeg zuurstof en glucose voor de verbranding hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.
  • Je kunt uitleggen wat suikerziekte is en waardoor deze ziekte ontstaat. 

Slide 16 - Slide

Bloedsuikerspiegel = glucosegehalte in bloed

Moet constant blijven
  • Te laag: hersenen kunnen niet zonder glucose
  • Te hoog: risico op diabetes type 2


Slide 17 - Slide

Hormonen die glucosegehalte regelen
Hoge bloedsuiker na maaltijd =
Insuline -> glucose omzetten in glycogeen dat wordt opgeslagen in lever en spieren

Lage bloedsuiker na vasten =
Glucagon -> glycogeen wordt weer afgebroken tot losse glucose deeltjes en richting bloed

Adrenaline (uit bijnieren) bevordert productie van glucagon = meer glucose = energie!!!


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Suikerziekte

Slide 20 - Slide

Schrijf in je agenda
Dinsdag 17 sept 6e lesuur
Huiswerk (7.1 deel 2):
Lezen blz. 16 t/m 21
Maken en nakijken opdr. 12 t/m 20

Slide 21 - Slide