Les 50

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Opdracht 1 (blz. 134)

- Bepaal of de beknopte bijzinnen in de volgende zinnen goed of fout zijn.

- Bij opdracht 2 moest je de foute beknopte bijzinnen verbeteren.

1. Joris koos, na lang te hebben getwijfeld, uiteindelijk toch voor een CM-profiel.

1. Joris koos, na lang te hebben getwijfeld, uiteindelijk toch voor een CM-profiel.

GOED

- ow hoofdzin                                              = Joris

- denkbeeldig ow beknopte bijzin         = Joris

2. Eindelijk bij het pretpark aangekomen, was de kassa gesloten.

FOUT

- ow hoofdzin                                           = de kassa

- denkbeeldig ow beknopte bijzin      = ik / we / hij

Verbetering:

Toen ik eindelijk bij het pretpark aankwam, was de kassa gesloten. 

2. Eindelijk bij het pretpark aangekomen, was de kassa gesloten.

3. Wandelend door het bos zagen we drie herten en een ree.

3. Wandelend door het bos zagen we drie herten en een ree.

GOED

- ow hoofdzin                                            =  we

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  we

4. De peuter rende snikkend van verdriet naar zijn moeder. 

4. De peuter rende snikkend van verdriet naar zijn moeder. 

GOED

- ow hoofdzin                                            =  de peuter

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  de peuter

5. De afstand van de camping naar het dorpje bleek, na een enorme omweg gemaakt te hebben, minder dan een kilometer te zijn. 

5. De afstand van de camping naar het dorpje bleek, na een enorme omweg gemaakt te hebben, minder dan een kilometer te zijn. 

FOUT

- ow hoofdzin           =  De afstand van de camping naar het dorpje

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  ik / wij / hij / zij

Verbetering:

De afstand van de camping naar het dorpje bleek, nadat wij een enorme omweg hadden gemaakt, minder dan een kilometer te zijn

6. Een warme kop snert ging er wel in, na uren gelopen te hebben. 

6. Een warme kop snert ging er wel in, na uren gelopen te hebben. 

FOUT

- ow hoofdzin                                            =  Een warme kop snert

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  ik / we / hij / zij

Verbetering:

Een warme kop snert ging er wel in, nadat ik uren gelopen had. 

Opdracht 3 (blz. 135)

Verbeter de foutieve beknopte bijzinnen. Als de zin goed is, zet je een streepje. 

1. Luid joelend en schreeuwend vierden de voetbalsupporters de overwinning van het nationale elftal. 

1. Luid joelend en schreeuwend vierden de voetbalsupporters de overwinning van het nationale elftal. 

GOED

- ow hoofdzin                                              = de voetbalsupporters

- denkbeeldig ow beknopte bijzin         = de voetbalsupporters

2. Gelukkig viel de schade aan mijn telefoon mee, na op de grond gevallen te zijn. 

FOUT

- ow hoofdzin                                           = de schade

- denkbeeldig ow beknopte bijzin      = ik / we / hij

Verbetering:

Gelukkig viel de schade aan mijn telefoon mee, nadat hij op de grond gevallen was. 

2. Gelukkig viel de schade aan mijn telefoon mee, na op de grond gevallen te zijn. 

3. Na op de grond gevallen te zijn, startte mijn telefoon niet meer goed op. 

3. Na op de grond gevallen te zijn, startte mijn telefoon niet meer goed op. 

GOED

- ow hoofdzin                                            =  mijn telefoon

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  mijn telefoon / hij

4. Staand op de Euromast was het uitzicht over Rotterdam echt prachtig.

4. Staand op de Euromast was het uitzicht over Rotterdam echt prachtig.

FOUT

- ow hoofdzin                                            =  het uitzicht

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  ik / wij / hij / zij

Verbetering:

Toen ik op de Euromast stond, was het uitzicht over Rotterdam echt prachtig.

5. Richard, verdiept in zijn boek, hoorde ons niet.

5. Richard, verdiept in zijn boek, hoorde ons niet.

GOED

- ow hoofdzin                                            =  Richard

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  Richard

6. Een bekeuring van honderd euro viel op de mat, na veel te hard gereden te hebben.

6. Een bekeuring van honderd euro viel op de mat, na veel te hard gereden te hebben.

FOUT

- ow hoofdzin                              =  Een bekeuring van honderd euro

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  ik / wij / hij / zij

Verbetering:

Een bekeuring van honderd euro viel op de mat, nadat ik veel te hard gereden had. 

Opdracht 1 (blz. 198)

In de onderstaande zinnen is er sprake van incongruentie. Verbeter de zinnen.

1. Oudere mensen beweren vaak dat de jeugd van tegenwoordig geen enkel respect meer voor hen hebben. 

1. Oudere mensen beweren vaak dat de jeugd van tegenwoordig geen enkel respect meer voor hen heeft. 

2 .Uit onderzoek blijkt dat dertien procent van de Nederlanders niet goed kunnen lezen en schrijven. 

2 .Uit onderzoek blijkt dat dertien procent van de Nederlanders niet goed kan lezen en schrijven. 

3. Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper brengen op een veiling zo duizenden euro op. 

3. Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper brengt op een veiling zo duizenden euro op. 

4. De bezoekers van het filmhuis werden vriendelijk verzocht het geluid van hun mobieltjes uit te zetten. 

4. De bezoekers van het filmhuis werd vriendelijk verzocht het geluid van hun mobieltjes uit te zetten.  

5. Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer wil steunen. 

5. Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer willen steunen. 

6 Hoewel de pianist aan het publiek had gevraagd of ze hun mobieltjes wilde uitzetten, schalde er halverwege het concert een irritante ringtone door de zaal. 

6. Hoewel de pianist aan het publiek had gevraagd of het de mobieltjes wilde uitzetten, schalde er halverwege het concert een irritante ringtone door de zaal.  

Opdracht 2 (blz. 198)

Verbeter de incongruenties in onderstaande zinnen. Let op: niet alle zinnen zijn fout. 

1. De directeur meldde dat de meerderheid van de leerlingen voor het plan om snipperuren in te voeren had gestemd.

1. De directeur meldde dat de meerderheid van de leerlingen voor het plan om snipperuren in te voeren had gestemd.

Goed

2. De ouderwetse media moethet tegenwoordig steeds vaker afleggen tegen de nieuwe media.

 

2 De ouderwetse media moet het tegenwoordig steeds vaker afleggen tegen de nieuwe media.

 

Fout

moeten --> moet

3. Iedereen weet dat drugs gebruiken gevaarlijk is. 

3. Iedereen weet dat drugs gebruiken gevaarlijk is. 

Goed

4. Zowel Erinn als Souffian kon geen bevredigend antwoord geven op de vraag waarom ze te laat waren. 

4. Zowel Erinn als Souffian kon/konden geen bevredigend antwoord geven op de vraag waarom ze te laat waren. 

Mag allebei

5. Nederlanders die in het buitenland op vakantie zijn, wordt vaak verweten dat ze onbeschoft en gierig zijn.

5. Nederlanders die in het buitenland op vakantie zijn, wordt vaak verweten dat ze onbeschoft en gierig zijn.

Goed

6. Veel mensen denken dat de brandweer alleen branden blust, maar ze doen natuurlijk nog heel veel andere dingen.

6. Veel mensen denken dat de brandweer alleen branden blust, maar ze doet natuurlijk nog heel veel andere dingen.

Fout

doen --> doet

4. De peuter rende snikkend van verdriet naar zijn moeder. 

GOED

- ow hoofdzin                                            =  de peuter

- denkbeeldig ow beknopte bijzin       =  de peuter