Monoloog= gesprek waarbij een persoon aan het woord is
vb. Hij hield een lange monoloog en het publiek luisterde.
Dialoog= gesprek tussen twee mensen of twee groepen mensen
vb. Hij ging de dialoog aan met de man die zoveel kritiek had.
Presentatie= het inleiden en leiden van een programma
vb. De presentatie van de show was erg leuk.
Debat= gesprek tussen voor- en tegenstanders
vb. We luisterden naar het debat in de Tweede Kamer.
Discussie=gesprek waarin je met anderen van gedachten wisselt
vb. We hielden een discussie over veiligheid.