Leesvaardigheid 3.1

Esselam-oe aleikoem 1MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Zoek je (vaste) plek op.
Haal je lesmateriaal tevoorschijn.
Tas van tafel en jas in je kluis.

Pak je leesboek voor je en start met lezen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Esselam-oe aleikoem 1MH,
Stop je telefoon in de telefoonzak.
Zoek je (vaste) plek op.
Haal je lesmateriaal tevoorschijn.
Tas van tafel en jas in je kluis.

Pak je leesboek voor je en start met lezen

Slide 1 - Slide

Recitatie 
Hadith vd week

De boodschapper van Allah (vzmh) zei: “Doe geen kwaad en vergeld geen kwaad met kwaad.” (Ibn Majah)


Slide 2 - Slide

Leesmomentje
Pak je leesboek voor je en laten we in rust lezen!

Ondertussen wordt de absentie opgenomen.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Woorden van de week/ klaar met schrijven? Maak zinnen!
1. Revalideren= herstellen na een blessure vb. Na zijn knieoperatie moest mijn opa maandenlang intensief revalideren om weer volledig te kunnen sporten.
2. Traceren= proberen vast te stellen waar iets/iemand is vb. De technicus kon de oorzaak van het probleem snel traceren door het systeem grondig te analyseren.
3. Annonceren= iets aankondigen vb. De directeur besloot het goede nieuws persoonlijk aan het team te annonceren tijdens de vergadering.
4. Resideren= ergens een verblijfplaats hebben vb. De koning kiest ervoor om te resideren in zijn zomerpaleis aan de kust.
5. Censureren= in teksten schrappen of verbieden vb. Op Instagram worden sommige video's gecensureerd.




timer
5:00

Slide 4 - Slide

Lesdoel(en) 
Aan het einde van de les leer je:

- hoe het Nederlands zich heeft ontwikkeld en wat taalfamilies zijn.



Slide 5 - Slide

Het Oudnederlands:
Wat weten jullie over hoe onze taal vroeger klonk?

Periode: Het werd gesproken van ongeveer 500 tot 1200 na Christus.
Hoe klinkt het? Als een mix van Duits en Nederlands.
Waar vinden we het? Vooral in oude manuscripten. 

Slide 6 - Slide

Laten we het nu zelf horen! Hoe klonk het Oud nederlands in elfde-eeuws Rotterdam


Let goed op: welke woorden herken je?
Wat valt je op? Zijn sommige woorden hetzelfde of juist heel anders?

Slide 7 - Slide

Laten we het nu zelf horen! Hoe klonk het Oud nederlands in elfde-eeuws Rotterdam


Let goed op: welke woorden herken je?
Wat valt je op? Zijn sommige woorden hetzelfde of juist heel anders?

Slide 8 - Slide

Oudnederlandse woorden en hun betekenis
vogala = vogels
hebban = hebben
nestas = nesten
hagunnan = begonnen
thuus = thuis

Wat valt op?
Sommige woorden lijken nog op het Nederlands van nu.
Andere woorden zijn heel anders geworden!

Slide 9 - Slide

Lees de vier zinnen in het Oudnederlands. Probeer te raden wat ze betekenen in het modern Nederlands. Gebruik woorden die je herkent als een hint!

Oudnederlands
1. Hebban olla vogala nestas hagunnan.
2. Thu bist min, ich ben thin.
3. Ik horte thiu liude sprekan.
4. In God wane ich al mi sin.

Slide 10 - Slide

Antwoorden
Modern Nederlands
1. Alle vogels zijn nesten begonnen.
2. Jij bent van mij, ik ben van jou.
3. Ik hoorde de mensen spreken.
4. In God geloof ik met heel mijn hart.

Slide 11 - Slide

Taalfamilie
Een taalfamilie is de meest gebruikelijke klasse waarbinnen talen van de wereld kunnen worden ingedeeld.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan het werk
Wat moet ik doen?
HFST. 3.1
Hoeveel tijd heb ik?
Je hebt 20 minuten om deze opdrachten af te maken.
Wat als ik klaar ben?
Controleer je werk: Heb je alles goed en netjes gedaan?
Stel jezelf de vraag: Begrijp ik alles?
Wat als ik een vraag heb?
Dan steek ik mijn hand in de lucht en komt mevrouw Özkara zo snel mogelijk bij mij.
timer
30:00

Slide 14 - Slide

Terugblik op de les en het lesdoel 
Aan het einde van de les kun je:



Zijn er nog vragen of onduidelijkheden?

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Maken

Afsluiting & opbergen van lesmateriaal

Recitatie

Slide 16 - Slide