Grootheden en eenheden hoofdstuk 6 Woordformules

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1,2

Weet jij al iets van woordformules bij rekenen?

Woordformules

Een woordformule is een rekenkundige zin. 

De zin laat een verband tussen iets zien. 

In deze zin staan getallen en woorden. 

De woorden kun je vervangen door getallen.

Je kunt een woordformule maken bij een situatie. 

Als je de woordformule weet, kun je makkelijk

dingen uitrekenen. 

 Reiskosten € 5+ Loon€ 8/per uur. Hoeveel loon? Loon= € 5 + € 8 x aantal uur = €  

Wat je uit wilt rekenen, staat altijd vooraan.

Voorbeelden van eenvoudige woordformules zijn:

Lize verdient met een bijbaan € 5 per uur. Om snel te weten hoeveel Lize verdiend heeft, kan Lize een tabel maken met alle mogelijke aantallen uren erin:

Dit wordt wel een lange tabel. Lize kan van deze situatie ook een woordformule maken.

Dan is het salaris snel uit te rekenen:

             salaris (€) = 5€ × werktijd (uren)

Lize kan nu het aantal gewerkte uren, in de formule, invullen en het salaris uitrekenen.

00:53

Zou je nu kunnen berekenen hoeveel lucifers het 6e figuur heeft?

01:52

Wat kost het om de auto te huren?
Antwoord met berekening

02:36

Wat kost hem om de auto 2 weken te huren?
Alleen uitkomst

Je hebt een data tegoed van 20GB op jouw telefoon abonnement van €20,--. Bij overschrijding kost het per 1 GB €1,90 

Je gebruikt deze maand 37GB. Wat is de woordformule?

=

€20

Totaal kosten telefoon

+

X

€ 1,90

GB

Je huurt een Felyx scooter voor 90 minuten. 

De ontgrendeling(start)kosten zijn €0,75  

Rijden is €0,30/min. 

=

Totaal kosten scooterhuur

€0.75

+

X

€ 0,30

minuten

Wat voor cijfer geef jij je zelf voor opletten?

Nu maken:

Hoofdstuk 6 formules:

6.1 woordformules

6.2 vuistregels

6.3 Formule, tabel en grafiek

6.4 oefenen in thema

Toets