Het onderwerp is de persoon of het voorwerp die de handeling uitvoert. Het onderwerp is gekoppeld aan de persoonsvorm.
Je kan het onderwerp op twee manieren vinden:
- Het onderwerp is het antwoord op de vraag: wie/wat + gezegde
- Door het getal van de zin te veranderen, verandert de persoonsvorm en ook het onderwerp.
VOORBEELD
"Tijdens de vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd."
wie / wat + gezegde = wie heeft gevolgd. Antwoord: Tristan
Getal veranderen: Tijdens de vakantie hebben ze (Tristan en nog iemand) een cursus zweefvliegen gevolg.