Blok 1 Grammatica 2HV

Blok 1 Grammatica
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Blok 1 Grammatica

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Bedenk een zo klein mogelijke zin...

Slide 3 - Open question

1. Wat is de handeling? =WWG
2. Wie voert de handeling uit? =Ond
3. Wie/wat is nodig bij de handeling? = Lv
4. Wie is de ontvanger? = Mv

Slide 4 - Slide

De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.
Wat is het wwg in deze zin?
A
heeft
B
heeft het bezorgd
C
heeft bezorgd
D
heeft het bezorgd bij

Slide 5 - Quiz

De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
De postbezorger
B
het pakketje
C
postbezorger
D
pakketje

Slide 6 - Quiz

De postbezorger heeft het pakketje bij de buren van nummer 24 bezorgd.
Wat is het lijdend voorwerpin deze zin?
A
De postbezorger
B
het pakketje
C
postbezorger
D
pakketje

Slide 7 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling
- Blijft over in de zin na het benoemen van: wwg, ond, lv, mv
- Zegt iets over waar, wanneer, waarom en hoe iets gebeurde.

Slide 8 - Slide

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het wwg?
A
heeft
B
heeft gevolgd
C
heeft zweefvliegen gevolgd
D
heeft vliegen gevolgd

Slide 9 - Quiz

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het ond?
A
Tristan
B
cursus
C
Vakantie
D
zweefvliegen

Slide 10 - Quiz

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het lv?
A
Tristan
B
een cursus
C
vakantie
D
een cursus zweefvliegen

Slide 11 - Quiz

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is het mv?
A
Tijdens zijn vakantie
B
zweefvliegen
C
gevolgd
D
Is er niet

Slide 12 - Quiz

Tijdens zijn vakantie heeft Tristan een cursus zweefvliegen gevolgd.
Wat is de bwb?
A
een cursus zweefvliegen
B
tijdens zijn vakantie
C
tijdens
D
cursus

Slide 13 - Quiz

Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- geen eigen zinsdeel.
- bijzonderheid, kenmerk of een eigenschap van het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
- kan voor of achter het znw staan.

Slide 14 - Slide

Welke ex-voetballer is de huidige trainer van Oranje?
Wat is/zijn de bVb(s) in deze zin?

Slide 15 - Open question

Huiswerk:
Blok 1 grammatica
opdracht 1, 3, 4 en 5

Slide 16 - Slide