H5 - herhaling
Welke begrippen passen bij deze bron over de Koude Oorlog?
A
Ruimterace
B
Blokvorming in Europa
C
Wapenwedloop
D
Communisme tegenover kapitalisme
1 / 17
Items in this lesson
Welke begrippen passen bij deze bron over de Koude Oorlog?
A
Ruimterace
B
Blokvorming in Europa
C
Wapenwedloop
D
Communisme tegenover kapitalisme
Slide 1 - Quiz
Waar ging de Koude Oorlog eigenlijk over?
Slide 2 - Open question
Waarom heet de Koude Oorlog zo?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Noem drie kenmerken van de Koude Oorlog
Slide 6 - Open question
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Ruimterace
B
Blokvorming in Europa
C
Wapenwedloop
D
Communisme tegenover kapitalisme
Slide 7 - Quiz
Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
Slide 8 - Quiz
De val van de Berlijnse Muur was in
A
1987
B
1989
C
1992
D
1961
Slide 9 - Quiz
Wat is de NAVO?
A
Militaire samenwerking tussen de VS, Canada en West- en Zuid-Europese landen
B
Geldhulp van de VS aan Europa
C
Politieke samenwerking van West-Europa
D
Militaire Samenwerking tussen de Oostbloklanden.
Slide 10 - Quiz
Waar waren veel mensen bang voor tijdens de Koude Oorlog?
A
Een atoomoorlog
B
De Sovjet-Unie
C
DeBerlijnse muur
D
Noord-Korea
Slide 11 - Quiz
Welk kenmerk van de Koude Oorlog zie je op de afbeelding?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Welke twee landen stuurden na WO II andere landen aan om hun kolonies op te geven?
A
Verenigde Staten en Groot-Brittannië
B
Verenigde Staten en de Sovjet Unie
C
Sovjet Unie en Groot-Brittannië
D
Frankrijk en Groot-Brittannië
Slide 14 - Quiz
Hoe is Indonesië onafhankelijk geworden?
Slide 15 - Open question
Welk land werd vreedzaam onafhankelijk?
A
Indonesië
B
Israël
C
Vietnam
D
India
Slide 16 - Quiz
Curaçao is een zelfstandig land binnen het koninkrijk en Bonaire is een gemeente van Nederland.
A
Waar
B
Niet waar
