lezen

Lesdoelen
  • Je weet wat een hoofdgedachte is
  • Je weet waar je de hoofdgedachte kan vinden
  • Je kan de hoofdgedachte van een tekst opschrijven 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Je weet wat een hoofdgedachte is
  • Je weet waar je de hoofdgedachte kan vinden
  • Je kan de hoofdgedachte van een tekst opschrijven 

Slide 1 - Slide

Lesoverzicht
  • Instructie hoofdgedachte
  • Samen oefenen met hoofdgedachte
  • Werken aan je werkdoelen
  • Nieuwsquiz?

Slide 2 - Slide

Borealis inleveren

Slide 3 - Slide

hoofdgedachte?

Slide 4 - Mind map

De hoofdgedachte is...
A
...de mening van de schrijver over het onderwep
B
...wat de schrijver wil bereiken met de tekst
C
...is een korte samenvatting van de tekst in één zin
D
...het onderwerp

Slide 5 - Quiz

Een hoofdgedachte kan een vraag zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De hoofdgedachte vind je meestal in de eerste alinea of in het slot van een tekst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

De hoofdgedachte staat altijd letterlijk in de tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed twee verschillende hoofdgedachtes hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte?
  • Een korte samenvatting van de tekst in één zin. 
  • Het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen. 
  • Het onderwerp + wat daarover verteld wordt. 

De hoofdgedachte is nooit een vraag.

Slide 10 - Slide

De hoofdgedachte vinden
  • Wat vertelt de schrijver van de tekst over het onderwerp?
  • Meestal in de eerste alinea of in het slot van een tekst
  • Hoeft niet letterlijk in de tekst te staan.

Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed een andere hoofdgedachte hebben!

Slide 11 - Slide

Sinds vorige week heeft dierentuin Rhenen een nieuw verblijf voor de leeuwen. De vrouwtjesleeuwen Elsa en Rena hadden het er direct naar hun zin, maar leeuw Simba moest er nog even aan wennen. Hij bleef de eerste twee dagen alleen maar binnen. Maar intussen heeft ook hij zijn plaatje op de rots veroverd.

Sinds vorige week heeft dierentuin Rhenen een nieuw verblijf voor de leeuwen. De vrouwtjesleeuwen Elsa en Rena hadden het er direct naar hun zin, maar leeuw Simba moest er nog even aan wennen. Hij bleef de eerste twee dagen alleen maar binnen. Maar intussen heeft ook hij zijn plaatje op de rots veroverd.



Slide 12 - Slide

wat is het onderwerp?
A
dierentuin Rhenen
B
Elsa en Rena
C
nieuw leeuwenverblijf
D
leeuwen

Slide 13 - Quiz

wat is de hoofdgedachte?

Slide 14 - Open question

Sinds vorige week heeft dierentuin Rhenen een nieuw verblijf voor de leeuwen. De vrouwtjesleeuwen Elsa en Rena hadden het er direct naar hun zin, maar leeuw Simba moest er nog even aan wennen. Hij bleef de eerste twee dagen alleen maar binnen. Maar intussen heeft ook hij zijn plaatje op de rots veroverd.

Sinds vorige week heeft dierentuin Rhenen een nieuw verblijf voor de leeuwen. De vrouwtjesleeuwen Elsa en Rena hadden het er direct naar hun zin, maar leeuw Simba moest er nog even aan wennen. Hij bleef de eerste twee dagen alleen maar binnen. Maar intussen heeft ook hij zijn plaatje op de rots veroverd.

Onderwerp: nieuw leeuwenverblijf
Hoofdgedachte: Dierentuin Rhenen heeft een nieuw en fijn verblijf voor de leeuwen.

Slide 15 - Slide

Sinds vorige week heeft dierentuin Rhenen een nieuw verblijf voor de leeuwen. De vrouwtjesleeuwen Elsa en Rena hadden het er direct naar hun zin, maar leeuw Simba moest er nog even aan wennen. Hij bleef de eerste twee dagen alleen maar binnen. Maar intussen heeft ook hij zijn plaatje op de rots veroverd.

Ander tekstdoel = andere hoofdgedachte

De hoofdgedachte van een betoog bevat de mening van de schrijver.
De hoofdgedachte in een activerende tekst bevat juist het geen wat de lezer moet doen (kopen, lid worden, doneren).
Als het een beschouwing is, moet je je afvragen waarover moet ik van de schrijver een mening vormen.

Slide 16 - Slide

Beschouwende tekst (recensie)

Informatieve tekst
(nieuwsbericht)
 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

wat is de hoofdgedachte?

Slide 19 - Open question

Uitgezocht: Kun je zelf bepalen waarover je droomt?
Dromen en nachtmerries. Iedereen heeft ze, alleen de één wat meer dan de ander. Sommige kinderen en volwassenen kunnen zelf bepalen wat zij dromen.

Lucide dromen
Tijdens hun slaap weten ze dat ze aan het dromen zijn en verslaan ze dat enge monster of zijn ze een superheld en kunnen ze vliegen. Dat heet lucide dromen en het leuke is: dat kun je leren.

In je slaap verwerk je wat er overdag is gebeurd. Volgens droomtrainer en psycholoog Tim Post dromen kinderen vanaf ongeveer 8 jaar best veel. En dat kunnen soms ook nare dromen zijn of zelfs nachtmerries.

Als je hier last van hebt kun je de dromen als je wakker wordt het beste opschrijven in een droomschrift die je naast je bed legt. Vervolgens kun je na een tijdje zien of er nare dromen zijn die vaak terugkomen. En dan kun je gaan proberen om die nare dromen te veranderen door je droom op te merken tijdens je slaap en hem dan te veranderen.

Als je dit kunt ben je 'lucide'. Wat volgens Tim Post ook kan helpen is om je dromen met je ouders te delen tijdens het ontbijt. Zo kun je met je ouders bedenken wat je gedaan zou hebben om die droom anders te laten verlopen.


Slide 20 - Slide

wat is de hoofdgedachte?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

wat is de hoofdgedachte?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

wat is de hoofdgedachte?

Slide 25 - Open question

Lesdoelen
  • Je weet wat een hoofdgedachte is
  • Je weet waar je de hoofdgedachte kan vinden
  • Je kan de hoofdgedachte van een tekst opschrijven 

Slide 26 - Slide

wat is een hoofdgedachte en waar in de tekst kun je deze vinden?

Slide 27 - Open question

Hoe goed beheers je de leerdoelen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll