1.2 wisselwerking tussen de geofactoren

Hoofdstuk 1

1.2 Wisselwerking tussen de geofactoren
6 vwo
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 33 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1

1.2 Wisselwerking tussen de geofactoren
6 vwo

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les 
  • Terugblik vorige les
  • Theorie 1.2 - incl verwerkingsopdrachten
  • Aan de slag 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: het landschap als dynamisch systeem
  Maak een reis van de evenaar naar de noordpool. 
Beschrijf:
1.de landschapszone 
2.de overheersende vegetatie
3.de klimaatzone 
4.de overheersende bodem
timer
7:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bespreken startopdracht

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Theorie §1.2


Wisselwerking tussen de geofactoren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen 1.2
  1. Je weet welke landschapszones er zijn, hoe ze van elkaar verschillen en wat de beperkingen voor de landbouw zijn.
  2. Je weet op welke manieren de mens het landschap als dynamisch systeem beïnvloedt.
  3. Je begrijpt hoe geofactoren in elke landschapszone elkaar beïnvloeden en hoe dit te zien is aan de bodemsamenstelling/bodemsoort.
  4. Je begrijpt dat landschapszones geleidelijk in elkaar overgaan.
  5. Je kunt met behulp van kaarten een relatie leggen tussen de landschapszones en de klimaatgebieden.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan landschapszones
Verschillen in klimaat leiden tot verschillen in wisselwerking tussen de geofactoren en daarmee tot verschillende landschapszones.

Verschillen binnen de landschapszones ontstaan door reliëf. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nummer 1 - 6 onder elkaar in je schrift.
Geef van de volgende dia's :
1. De juiste naam van de landschapszone

2. Waar op aarde je deze landschapszone vindt

3. Welk klimaat past bij deze landschapszone?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

5

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

6

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
1.Boreale zone - Landklimaat (Df)
2. Polaire zone - Toendraklimaat (ET)
3. Gematigde zone - Gematigd Zeeklimaat (Cf)
4. Subtropischezone - Mediterraan klimaat (Cs)
5. Aride zone - Steppeklimaat (BS)
6. Tropische zone - Tropisch Regenwoudklimaat (Af)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1.2
  1. Je weet welke landschapszones er zijn, hoe ze van elkaar verschillen en wat de beperkingen voor de landbouw zijn.
  2. Je weet op welke manieren de mens het landschap als dynamisch systeem beïnvloedt.
  3. Je begrijpt hoe geofactoren in elke landschapszone elkaar beïnvloeden en hoe dit te zien is aan de bodemsamenstelling/bodemsoort.
  4. Je begrijpt dat landschapszones geleidelijk in elkaar overgaan.
  5. Je kunt met behulp van kaarten een relatie leggen tussen de landschapszones en de klimaatgebieden.



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk!
Maken opdrachten 1, 2 en 3

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bossen
  • Voldoende water (nuttige neerslag)
  • Zomertemperatuur niet te laag
  • Groeiseizoen niet te kort
verschillende klimaten -> verschillende bossen -> verschillende bodems

In welke landschapszones ontbreekt bos en waarom?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten bodems
  • Tropisch regenwoud: rode bodems -> chemische verwering, geen humusvorming
  • Loofwoud: humus 
  • Naaldwoud: organisch afval, veel uitspoeling -> witgrijze bodem 


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten bodems
  • Aride zone: neerslagtekort -> geen humusvorming, geen uitspoeling (alleen verdamping)
  • Gematigde breedte: nuttige neerslag 0, grassteppe -> geen uitspoeling, humusvorming
  • Polaire zone: kort groeiseizoen, lage temperatuur, veen -> geen uitspoeling (permafrost), geen humusvorming.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De mens
Doorbreekt het natuurlijke systeem

d.m.v. landbouw

1. natuurlijke kringlopen worden doorbroken
2. van biodiversiteit naar monocultuur

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Oefenen > pak een atlas

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Pak een Grote Bosatlas. Ga op zoek naar een kaart die het meest lijkt op de achterliggende kaart.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de volgende vragen:
1. Bossen komen in verschillende landschapszones voor. In welke zones ontbreekt bos en wat is de oorzaak daarvan?
2. In gematigde zones met loofbossen als oorspronkelijke plantengroei zijn er plekken waar bos ontbreekt. Welke geofactor is hier verantwoordelijk voor?

  


timer
1:00

Slide 30 - Slide

1. In de polaire zone is het te koud en is het groeiseizoen te kort.
In de aride zone is valt weinig neerslag en is de verdamping hoog.

2. Reliëf

3. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Factoren die vruchtbaarheid bepalen:
  1. Klimatologische omstandigheden:                                                         - temperatuur                                                                                                   - neerslag
  2. Vruchtbaarheid:                                                                                                 - chemische vruchtbaarheid: voedingstoffen                                 - fysische vruchtbaarheid: korrelgrootte bepaalt verdeling water en lucht

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1.2
  1. Je weet welke landschapszones er zijn, hoe ze van elkaar verschillen en wat de beperkingen voor de landbouw zijn.
  2. Je weet op welke manieren de mens het landschap als dynamisch systeem beïnvloedt.
  3. Je begrijpt hoe geofactoren in elke landschapszone elkaar beïnvloeden en hoe dit te zien is aan de bodemsamenstelling/bodemsoort.
  4. Je begrijpt dat landschapszones geleidelijk in elkaar overgaan.
  5. Je kunt met behulp van kaarten een relatie leggen tussen de landschapszones en de klimaatgebieden.



Slide 33 - Slide

This item has no instructions