4 soorten werkwoorden:1. Persoonsvorm = belangrijkste werkwoord (Ik word 25 jaar.)
2. Infinitief = hele werkwoord (Wij zijn jarig.)
3. Voltooid deelwoord = is al gebeurd (Ik ben jarig geweest.)
4. Onvoltooid deelwoord = gebeurt op dat moment (Feestend kwam ik het weekend door.)