Deutschlandquiz
1 / 27
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welk bekend Duits snoepmerk werd bedacht door meneer Hans Riegel uit Bonn?
Slide 2 - Open question
Wat is het Duitse woord voor 'autosnelweg'
Slide 3 - Open question
Welke landen grenzen er aan Duitsland?
A
Frankrijk, Rusland, Hongarije
B
Denemarken, Italië, Rusland
C
Tsjechië, België, Denemarken
D
Alle bovengenoemde landen
Slide 4 - Quiz
Hoe heet deze bekende Duitse taart?
A
Sachertorte
B
Apfelstrudel
C
Kaiserschmarrn
D
Schwarzwalder Kirsch
Slide 5 - Quiz
In welke maand vindt het Oktoberfest plaats?
Slide 6 - Open question
Hoe noem je deze letter?
A
gewoon: B
B
gewoon: S
C
apenstaartje
D
Ringel - s
Slide 7 - Quiz
ZWART
ROOD
GEEL (GOUD)
Sleep de juiste vlagkleur naar de juiste plek:
BOVENAAN=
MIDDEN=
ONDERAAN=
Slide 8 - Drag question
Hoe heette de vrouw van de Oostenrijkse keizer Franz Josef?
A
Machteld (Matti)
B
Adelheid (Adi)
C
Elisabeth (Sissi)
D
Hildegard (Hilli)
Slide 9 - Quiz
Wat zijn de eerste woorden van het gezongen Duitse volkslied?
A
Deutschland, Deutschland über alles
B
Einigkeit und Recht und Freiheit
C
Alle Menschen werden Brüder
D
Blühe, deutsches Vaterland
Slide 10 - Quiz
In welke stad ligt de grootste Duitse haven?
Slide 11 - Open question
Welk automerk is NIET Duits?
A
Mercedes
B
Trabant
C
Porsche
D
Fiat
Slide 12 - Quiz
In welke stad vindt het grootse Duitse Oktoberfest plaats?
Slide 13 - Open question
Hoeveel Bundesländer (=deelstaten) heeft Duitsland?
A
9
B
12
C
13
D
16
Slide 14 - Quiz
Hoe heet dit bekende gerecht?
A
Currywurst
B
Bratwurst
C
Weißwurst
D
Sauerkraut
Slide 15 - Quiz
Wat is het Duitse woord voor een snelwegafrit?
Slide 16 - Open question
Hoe heet de beroemde zingende Oostenrijkse familie uit de film The Sound of Music?
A
Müller
B
Weissmann
C
Von Trapp
D
Lindberg
Slide 17 - Quiz
Hoe heet de Duitse voetbalcompetitie?
Slide 18 - Open question
De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller
Slide 19 - Quiz
Hoe hard mag je in Duitsland rijden als er geen snelheidsborden langs de weg staan?
A
120 km/u
B
130 km/u
C
200 km/u
D
zo hard als je wilt
Slide 20 - Quiz
Wat is 'nasynchroniseren'?
A
Het na-apen dat kleine Duitse kinderen doen
B
Het na een dag skiën na-borrelen op de piste
C
Het met een Duitse stem inspreken van Engelse films
D
Het nablijven als je straf hebt op een Duitse school
Slide 21 - Quiz
Wat is in Duitsland het hoogste cijfer dat je op school kunt halen?
Slide 22 - Open question
Welche Flagge gehört zu welchem Land?
Verbind de landen met de juiste vlag!
Verbind de landen met de juiste vlag!
Deutschland
Die Schweiz
Österreich
Slide 23 - Drag question
Welke Duitse broers zijn verantwoordelijk voor vele internationaal bekende sprookjes?
Slide 24 - Open question
Wie sagt man das auf Deutsch?
Combineer de juiste betekenissen met elkaar.
Combineer de juiste betekenissen met elkaar.
Hallo!
Guten Morgen!
Tschüss!
Auf Wiedersehen!
Gute Nacht!
Hallo!
Tot ziens!
Doei!
Goedemorgen!
Welterusten!
Slide 25 - Drag question
Welcher Supermarkt ist NICHT deutsch?
A
REWE
B
Jumbo
C
Lidl
D
Aldi
