This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
medisijn, medicijn cactus, kaktus
Slide 1 - Open question
Doel
Je herhaalt vandaag de woorden met c als s en c als k.
Slide 2 - Slide
Woorden met c als s/k
Woorden met een c die als s of k klinkt, moet je uit je hoofd leren. Staat na de c een e, i of ij, dan klinkt de c als s. Staat na de c een a, o, u, l of r dan klinkt de c als k.
cactus, sociaal
Slide 3 - Slide
Hoe schrijf ik een woord?
1. Luister goed naar het woord.
2. Zeg het woord na.
3. Wat is er moeilijk aan dit woord?
4. Hak het woord in stukjes.
5. Schrijf het woord op.
6. Controleer het woord.
Slide 4 - Slide
Zelfstandig werken
Een aantal van jullie gaan met het woordpakket of weektaak aan het werk.
Slide 5 - Slide
Hoe schrijf ik ….
Slide 6 - Open question
Hoe schrijf ik ….
Slide 7 - Open question
Hoe schrijf ik ….
Slide 8 - Open question
Hoe schrijf ik ….
Slide 9 - Open question
Hoe schrijf ik ….
Slide 10 - Open question
Hoe schrijf ik ….
Slide 11 - Open question
Woordpakket
Een aantal van jullie schrijven nu het woordpakket over.
Daarna verder met de weektaak.
Kaart: gekleurde woorden
Slide 12 - Slide
Instructietafel
Aan de gang met het woordpakket.
- 1ste zeven woorden schrijf je over.
- Ik loop een ronde.
- Daarna controleren.
- Ben ik er niet? Alvast met de spellingkaart aan het werk.