This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Een spiegelbeeld tekenen met je geodriehoek
blz. 104/105
Slide 1 - Slide
Wat heb je vorige les geleerd?
Hoe je een gelijkbenige driehoek herkent.
Wat de eigenschappen van een gelijkbenige driehoek zijn.
Hoe je een gelijkzijdige driehoek herkent.
Wat de eigenschappen van een gelijkzijdige driehoek zijn.
Slide 2 - Slide
Wat ga je deze les leren?
Hoe je een figuur kunt spiegelen in een lijn.
Slide 3 - Slide
Bekijk het volgende filmpje voor de uitleg over het spiegelen van een figuur in een lijn.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Hoe je een figuur kunt spiegelen in een lijn ga ik uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Zorg dat je elke stap mee doet! Ik wil je tekening namelijk zien.
Je hebt nodig:
Je wiskunde schrift, potlood, geodriehoek en eventueel een gum.
Slide 6 - Slide
Voor de opdracht moet je de geodriehoek goed kennen!
Ingebouwde loodlijn
Lange zijde van de geodriehoek
Slide 7 - Slide
Teken onderstaand figuur over in je schrift.
De driehoek ABC gaan wij spiegelen in de lijn.
Slide 8 - Slide
Het spiegelbeeld van deze driehoek kunnen we spiegelen door de drie hoekpunten in de lijn te spiegelen. Deze hoeven we er na alleen nog te verbinden.
We gaan dus hoekpunt A, B en C
spiegelen in de lijn.
Slide 9 - Slide
Stap 1: Spiegel hoekpunt A
Leg de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek op de lijn. Zorg ook dat de lange zijde van je geodriehoek door
hoekpunt A gaat.
Zie de afbeelding hiernaast.
Slide 10 - Slide
Stap 2
Spiegel hoekpunt A
Met je geodriehoek kijk je hoe ver
punt A van de lijn ligt. Dit is 1,8 cm.
Dat betekent dat het nieuwe punt
aan de linkerkant van de lijn ook op
1,8 cm afstand moet liggen.
Slide 11 - Slide
Stap 3
Spiegel hoekpunt A
Als je 1,8 cm van de lijn vandaan bent,
zet dan een punt neer. Verbindt
hoekpunt A met het nieuwe punt
door een stippellijn te tekenen.
Nu heb je hoekpunt A gespiegeld in de lijn.
Slide 12 - Slide
Stap 4
Spiegel hoekpunt A
Nu moeten we nog 2 dingen
aangeven.
Nummer 1: dat de stippellijn
loodrecht op de lijn staat.
Slide 13 - Slide
Stap 5
Spiegel hoekpunt A
Nu moeten we nog 2 dingen
aangeven.
Nummer 2: Dat de beide kanten
even lang zijn.
Slide 14 - Slide
Stap 6
Spiegel hoekpunt A
De letter A is al een keer gebruikt.
Om het spiegelbeeld van A
aan te geven, noemen we het
nieuwe punt A'
Slide 15 - Slide
Het spiegelen van hoekpunt B en C gaat op precies dezelfde manier.
Slide 16 - Slide
Stap 1: Spiegel hoekpunt B
Leg de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek op de lijn. Zorg ook dat de lange zijde van je geodriehoek door
hoekpunt B gaat.
Zie de afbeelding hiernaast.
Slide 17 - Slide
Stap 2: Spiegel hoekpunt B
Met je geodriehoek kijk je hoe ver punt B van de lijn ligt. Dit is 4,5 cm.
Dat betekent dat het nieuwe punt aan de linkerkant van de lijn ook op
4,5 cm afstand moet liggen.
Slide 18 - Slide
Stap 3: Spiegel hoekpunt B
Als je 4,5 cm van de lijn vandaan bent, zet dan een punt neer. Verbindt hoekpunt B met het nieuwe punt door een stippellijn te tekenen. Nu heb je hoekpunt B gespiegeld in de lijn.
Slide 19 - Slide
Stap 4: Spiegel hoekpunt B
Nu moeten we nog 2 dingen aangeven.
Nummer 1: dat de stippellijn loodrecht op de lijn staat.
Slide 20 - Slide
Stap 5: Spiegel hoekpunt B
Nummer 2: Dat de beide kanten even lang zijn.
Dit keer zetten we twee streepjes neer want één steep hebben we al bij het spiegelen van A gebruikt.
Slide 21 - Slide
Stap 6: Spiegel hoekpunt B
Het nieuwe punt krijgt een naam. De letter B is al een keer gebruikt. Om het spiegelbeeld van B aan te geven, noemen we het nieuwe punt B'
Slide 22 - Slide
Bijna klaar!
We moeten nu alleen nog punt C spiegelen.
Eerst even controleren. Ziet jou tekenen er zo uit?
Nee? Kijk dan nog even terug.
Slide 23 - Slide
Stap 1: Spiegel hoekpunt C
Leg de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek op de lijn. Zorg ook dat de lange zijde van je geodriehoek door
hoekpunt C gaat.
Zie de afbeelding hiernaast.
Slide 24 - Slide
Stap 2: Spiegel hoekpunt C
Met je geodriehoek kijk je hoe ver punt C van de lijn ligt. Dit is 2,2 cm.
Dat betekent dat het nieuwe punt aan de linkerkant van de lijn ook op
2,2 cm afstand moet liggen.
Slide 25 - Slide
Stap 3: Spiegel hoekpunt C
Als je 2,2 cm van de lijn vandaan bent, zet dan een punt neer. Verbindt hoekpunt C met het nieuwe punt door een stippellijn te tekenen. Nu heb je hoekpunt C gespiegeld in de lijn.
Slide 26 - Slide
Stap 4: Spiegel hoekpunt C
Nu moeten we nog 2 dingen aangeven.
Nummer 1: dat de stippellijn loodrecht op de lijn staat.
Slide 27 - Slide
Stap 5: Spiegel hoekpunt C
Nummer 2: Dat de beide kanten even lang zijn.
Dit keer zetten we drie streepjes neer want één en twee steepjes hebben we al gebruikt.
Slide 28 - Slide
Stap 6: Spiegel hoekpunt C
Het nieuwe punt krijgt een naam. De letter C is al een keer gebruikt. Om het spiegelbeeld van C aan te geven, noemen we het nieuwe punt C'
Slide 29 - Slide
Laatste stap!
Nu moet je alleen nog de nieuwe punten verbinden zodat er een driehoek ontstaat!
Slide 30 - Slide
Upload hier een foto van jou tekening die jij in je schrift hebt staan. Dan kan ik je feedback geven.
Slide 31 - Open question
Aan de slag
Maak opdracht:
24 t/m 26
Tip voor opdracht 26:
Als een hoekpunt op een lijn ligt, hoef je deze niet te spiegelen!