Oefentoets 3 -adiós las vacaciones

¡Bienvenidos a la clase de español!
Capítulo 1: Adiós a las vacaciones   (libro 2A)
Gaudí
1 / 34
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de español!
Capítulo 1: Adiós a las vacaciones   (libro 2A)
Gaudí

Slide 1 - Slide

La clase de hoy: De les vandaag

La meta de la clase: het doel van les 
Maak de opdrachten, met deze opdrachten kan je jezelf toetsen om te kijken waar je nog op moet letten of aan moet werken.

Actividades: Grammaticale regels!!  
- Jullie oefenen met de woordjes van hoofdstuk 1.
- Jullie oefenen met het gebruik van "gustar" "Presente". 
-  Jullie oefenen met het gebruik van het presente perfecto. 
- Jullie oefenen met de werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm

                                      
                                  Voorbereiden op de toets 
                                                                    
                                                                    

Slide 2 - Slide

¡¡Me gusta bailar!!

Slide 3 - Slide

Traduce al holandés:
la ciudad

Slide 4 - Open question

Traduce al holandés:
salir

Slide 5 - Open question

Traduce al holandés:
el jardín

Slide 6 - Open question

Traduce al holandés:
ver

Slide 7 - Open question

Traduce al holandés:
gustar

Slide 8 - Open question

Traduce al holandés:
conocer

Slide 9 - Open question

Traduce al español:
breken / gebroken

Slide 10 - Open question

Traduce al español:
schrijven / geschreven

Slide 11 - Open question

Traduce al español:
openen / geopend

Slide 12 - Open question

¿Qué te gusta? Menciona 3 cosas, en una frase completa

Slide 13 - Open question

Gustar

Slide 14 - Slide

Maak de juiste keuze:

* (A mí) me...………... el color rojo.


A
gustan
B
gusta
C
gusto
D
gustas

Slide 15 - Quiz

Maak de juiste keuze:

(A Armando).........................gusta cantar.


A
me
B
le
C
les
D
nos

Slide 16 - Quiz

Maak de juiste keuze:

(A nosotros) nos……………...los animales


A
gustamos
B
gusta
C
gustáis
D
gustan

Slide 17 - Quiz

Wij houden van dansen.
A
Nos gustan bailar
B
Nos gusta bailar
C
Gustamos bailar
D
nos gustar bailar

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'gustar':

(a ti).............el deporte.
A
te gustas
B
te gusta
C
te gustan
D
te gusto

Slide 19 - Quiz

Drie van volgende zinnen hebben een foutje.
Drie van volgende zinnen hebben een foutje. 
1. ¿ Os gustas chatear con vuestros amigos?
2 ¿Te gusta la fruta ?
3. Nos gusta las películas románticas
4. A mí le gusta los videojuegos. 

Slide 20 - Open question

We vinden Spaans leuk.
A
Os gustan el español
B
Nos gustamos el español
C
Nos gustan el español
D
Nos gusta el español

Slide 21 - Quiz

Welke 4 verbos ken je met een 'eigenwijze' ik?

Slide 22 - Open question

1e persoon ev: weten in het Spaans

Slide 23 - Open question

1e persoon ev: geven in het Spaans

Slide 24 - Open question

1e persoon ev: vertrekken in het Spaans

Slide 25 - Open question

1e persoon ev: zetten in het Spaans

Slide 26 - Open question

Hij zet koffie voor jullie!
A
ponge café para vosotros
B
pones café para vosotros
C
pongo café para vosotros
D
pone café para vosotros

Slide 27 - Quiz

Ik ga weg om 8 uur!
A
salio a las 8
B
voy fuera a las 8
C
salgo a las 8
D
salo a las 8

Slide 28 - Quiz

Ik geef een feestje!
A
¡da una fiesta!
B
¡doy una fiesta
C
¡da una fiesta!
D
daro una fiesta!

Slide 29 - Quiz

Sleep het blauwe item naar het juiste woord.
la mochila
los lápices de color
la goma
las tijeras
el cuaderno
los libros
el sacapuntas

Slide 30 - Drag question

el violín
la batería
el contrabajo

Slide 31 - Drag question

TB fuente F: lee el texto. Beantwoord de vragen in het Spaans.
1. In welke twee kleuren is de mochila verkrijgbaar?
2. Wat zit er in het etui?
3. Welk voorwerp kost 12,50?
timer
4:00

Slide 32 - Open question

hoe heb je gewerkt?

Slide 33 - Open question

Fin, gracias por tu atención

Slide 34 - Slide