6.3 Zuren en basen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

6.3 Zuren en basen

Hd 6: Zuren en basen

• Zuren en basen komen veel voor in het dagelijks leven
  
• Je gebruikt ze iedere dag! 
• Reacties tussen zuren en basen zijn bijzonder, maar gebeuren ook bijna iedere dag

Deze les

Uitleg zuren

Aan de slag met 1a, 2, 5 en 8 van §3

Leerdoel

Je weet wat een zuur is. 

Je kunt de reactievergelijking opstellen van het ioniseren in water van zuren en basen. 

Zuren

• Molecuul of ion dat H⁺ ion af kan staan
• Zure oplossingen bevatten H₃O⁺ ionen
• Zure smaak (cola, citroen)
• Geleidt elektrische stroom
• Toepassing: kalk verwijderen, smaakmaker 
• Voorbeelden: zoutzuur (HCl), zwavelzuur (H₂SO₄), azijnzuur (CH₃COOH)

Zuren oplossen in water

Vereenvoudigd:

Dit heet ionisatie

Zoutzuur

HCl opgelost in water heet zoutzuur.

Dit kun je ook vinden in Binas 66A

Sterke en zwakke zuren

Binas 49 

Boven H3O+ is sterk. 

Daaronder is zwak. 

Sterke zuren worden volledig geïoniseerd in water. 

Zwakke zuren niet (en vormen dus een evenwicht). 

Sterk of zwak?
H2C2O4

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?
HI

1. sterk
2. zwak

Bijzondere zuren

Sommige zuren kunnen meer dan 1 H+ afstaan, bv zwavelzuur

Koolzuur is instabiel en valt uit elkaar:

water en koolstofdioxide zijn dus samen een zuur.  

Organische zuren

Carbonzuren staan

altijd hetzelfde H'tje af. 

Is dit een zuur?
CH3COOH

1. ja
2. nee

Is dit een zuur?
H2O2

1. ja
2. nee

Is dit een zuur?
CH4

1. ja
2. nee

Is dit een zuur?
HBr

1. ja
2. nee

Deze les

Uitleg zuren

Aan de slag met 1a, 2, 5 en 8 van §3