slapen en waken

Slapen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slapen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • De zorgvrager op basis van het verpleegplan ondersteunen bij slapen en waken.
  • De functie en de kenmerken van slaap benoemen. 
  •  Factoren benoemen die het slaap- waakritme beïnvloeden. 
  • Het slaap- waakritme van de zorgvrager observeren en beredeneren welke stappen genomen moeten worden naar aanleiding van de observaties. 
  • Acties benoemen om het slaap– waakritme van een zorgvrager te bevorderen. 
  • De werking van slaapmiddelen toelichten. 
  • Hulp bieden bij slaapproblemen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waarom is slapen belangrijk voor jou?

Slide 4 - Mind map

Functies van slaap
  • Ontspanning lichamelijk
  • Ontspanning geestelijk
  • Positieve invloed op de geheugen

Slide 5 - Slide

Hoeveel uren slaap jij?

Slide 6 - Mind map

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van...?

  • Leeftijd
  • Tijdstip dat men naar bed gaat
  • Biologische klok

Slide 7 - Slide

Wat gebeurt tijdens het slapen?
  • Ademhaling en hartslag  wordt langzamer.
  • Hersenactiviteit wordt minder.
  • Het lichaam groeit.
  • Lichaamstemperatuur wordt iets lager.
  • Spieren ontspannen zich en herstellen.
  • Stofwisseling wordt trager.
  • weefsels vernieuwen zich.

Slide 8 - Slide


Mensen slapen 1/3 van hun leven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Welke functies heeft slapen?

Slide 10 - Mind map

Een normale en gezonde slaap 
bestaat uit 4 fase


  • fase 1: de sluimerfase
  • fase 2: de lichte slaap 
  • fase 3: de diepe slaap
  • fase 4: de droomslaap

Slide 11 - Slide

hartactie, bloeddruk, ademhaling vertragen en spieren ontspannen zich
Volkomen ontspannen, geen beweging waar te nemen. In dit stadium komt een hormoon vrij dat weefselherstel en groei bevorderd. Slaapwandelen en bedplassen komen in dit stadium voor.
Ontspanning, vitale functies vertragen, lichaamstemperatuur gaat omlaag
REM slaap. In deze fase droom je. Spieren ontspannen. Hormoon adrenaline beinvloed weerstandsvermogen, vitaliteit, vermoeidheid, stofwisseling en overdracht van zenuwprikkels.
Je bent moeilijker wakker te krijgen. De temperatuur en bloeddruk zijn gedaald
Totale ontspanning 15 minuten na het in slaap vallen. Je wordt nog wel makkelijk wakker.
stadium 0
stadium 1
stadium 2
stadium 3
stadium 4
stadium 5

Slide 12 - Drag question

Wat voor klachten zouden de slaap kunnen verstoren?

Slide 13 - Mind map

Klachten die de slaap verstoren
Pijn
Honger en dorst
Gedwongen houding
Psychische klachten

Slide 14 - Slide


In de meeste gevallen gaan nachtmerries over...
A
Hulpeloosheid
B
Achtervolgt worden
C
Vallen
D
Controle verliezen

Slide 15 - Quiz

Wat kan je met de nachtdienst controleren als de zorgvrager slaapt?
WAAR
NIET WAAR
Ademhaling
Transpireren
Nucturie 
Onrust
Psychische klachten 

Slide 16 - Drag question

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van ....??
A
Biologische Klok
B
Leeftijd
C
Tijdstip
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 17 - Quiz

 interventies; bevorderen van slaap
  • Zorgplan (wensen en gewoonten). 
  • Observeren
  • Warmte toedienen
  • Goede activiteitprogramma overdag (dagindeling)
  • Beweging
  • Voeding
  • Omgeving

Slide 18 - Slide

Leg uit hoe je het dag- en nachtritme bewaakt van een cliënt

Slide 19 - Open question

Slaap stoornissen
* Een slaapstoornis is een stoornis in het slaapwaakpatroon.
* Het is een medische aandoening, dus er kan een diagnose worden gesteld.

Ziektebeelden die bij slaapstoornissen horen zijn:
  • Slaapapneu
  • Narcolepsie
  • Rustelozebenen
  • Parasomie 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Door slecht slapen verminderd:
  • datgene wat je moet onthouden​

  • het concentratievermogen​ 

  • het spraakvermogen ​ 

  • de reactiesnelheid​ 

  • de besluitvaardigheid​ 

  • het gevoel voor tijd en ruimte(planning)​ 

  • de fysieke gezondheid.​ 
  • het vermogen om emoties te hanteren​

Slide 22 - Slide

Slaapmiddelen zijn verslavend

A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Slaapmiddelen kalmeren en nemen angst weg
Er zijn inslaap en doorslaapmiddelen
Slaapmiddelen remmen epileptische aanval
Je hebt geen recept nodig voor slaapmiddelen. 

Slide 24 - Drag question

Slaapmiddelen: wat is niet waar?
A
kalmeren en nemen angst weg
B
remmen epileptische aanvallen
C
worden hooguit een maand voorgeschreven
D
werken verslavend

Slide 25 - Quiz

Slaapmiddelen ontspannen de...
A
Spieren
B
Zenuwen

Slide 26 - Quiz

Complicaties bij bedrust

Slide 27 - Slide

Wat zouden complicaties kunnen zijn bij bedrust?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Video

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 30 - Mind map