Blok 8 les 3 en 4 Communicatie en reflectie

Blok 8 PDO les 3 en 4
1 / 34
next
Slide 1: Slide
PDOMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Blok 8 PDO les 3 en 4

Slide 1 - Slide

Nodig bij de komende  lessen:

* Leer- en werkboek: Basisboek Didactiek, Communicatie en                                                        Organisatie. Hoofdstuk 7

* Telefoon om deel te nemen aan de quizvragen tijdens de les

* Eventueel pen en papier voor aantekeningen


Slide 2 - Slide

7.1 Communiceren kun je leren (les 3)
7.2 Ken jezelf: reflecteren (les 3)

7.3 Omgaan met reacties van anderen (les 4)
7.4 In gesprek gaan (les 4)

7.5 Verslag uitbrengen (les 5)
7.6 Jezelf laten zien (les 5)
Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?

Slide 3 - Slide

- Terugblik op de vorige les  (ho. 3)
- Doelen van deze les
- 7.1 + 7.2
- Huiswerk
Wat gaan we vandaag behandelen?

Slide 4 - Slide

Terugblik op het vorige hoofdstuk. 
                Wat weet je nog? 
                      Vijf vragen.

Slide 5 - Slide

Tot welke leeftijd ontwikkelen hersenen zich?
A
Je hele leven lang.
B
Vanaf je geboorte tot je 21e jaar.
C
Vanaf je geboorte tot rond je 70e jaar.
D
Hersenen ontwikkelen zich in golven. Tussentijds staat de ontwikkeling een paar maanden stil om daarna weer een groeisprong te maken.

Slide 6 - Quiz

Op welke helft van je hersenen wordt beroep gedaan tijdens een les grammatica?
A
Linker hersenhelft
B
Rechter hersenhelft

Slide 7 - Quiz


Als een kind ouder wordt, verandert het spelinzicht. Het kan een spelplan maken en vooraf oplossingen bedenken. Hoe noem je dit?
A
Conservatie
B
Mentale representatie
C
Psychische operatie
D
Cognitivisme

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je het denken over dingen die je op dat moment niet kunt zien/horen/voelen
A
Concreet denken
B
Abstract denken

Slide 9 - Quiz

Welke fase komt er na de concreet operationele fase?
A
Sensomotorische fase
B
pre operationele fase
C
Formeel operationele fase

Slide 10 - Quiz

Dit hoofdstuk gaat over communiceren en reflecteren.
Onderstaand filmpje gaat over de kracht van communicatie met woorden.
1.47 min.

7.1 Communiceren kun je leren

Slide 11 - Slide

Waar denk jij aan bij het woord 'communiceren'?

Slide 12 - Open question

Communicatie gaat heen en weer en doe je met twee of meerdere personen.



Opdracht: lees 'Voorbeeld 1' op blz. 254.
Wie heeft een soortgelijke situatie meegemaakt op stage?
7.1 Communiceren kun je leren

Slide 13 - Slide

Oefening:
Je krijgt de volgende zin als antwoord, nadat je iemand per chat of e-mail gevraagd hebt iets voor je te doen:
Moet ik dit nu doen?
Lees het antwoord eens hardop? Hoe lees jij dit?? En welk gevoel krijg je erbij?

Slide 14 - Slide

We lezen samen uit het boek:
7.1 Communiceren kun je leren

Slide 15 - Slide

                                            Ruis: verstoring in de communicatie.

- omgevingsgeluiden (langsrijdende auto, een lachend         persoon, een sirene, enz.)
- als je een andere taal spreekt waardoor je elkaar niet begrijpt
- wanneer je moe bent en de ander niet goed hoort
- wanneer je een heftige emotie richting de zender ervaart (irritatie,     verliefdheid, boosheid, enz.)
- eerdere ervaringen die de boodschap op voorhand kleuren     (voorbeeld bij Roshan uit het net gelezen stuk)
7.1 Communiceren kun je leren

Slide 16 - Slide

                 Verbale en non-verbale communicatie
Vraag: 
-Wat is het verschil?


7.1 Communiceren kun je leren

Slide 17 - Slide

Welk non-verbale communicatie signaal betekent in veel landen hetzelfde? Je mag er meerdere noemen.

Slide 18 - Open question

Verbale communicatie                    Non-verbale communicatie
- Spreektempo                                   - Lichaamshouding
- Intonatie                                            - Mimiek
- Volume                                               - Oogcontact
- Articuleren

Vraag: Het is belangrijk dat je je als onderwijsassistent en stagiaire bewust bent van je eigen lichaamstaal. Waarom is dat?
7.1 Communiceren kun je leren

Slide 19 - Slide

Er is onderzoek gedaan naar de geloofwaardigheid van de zender wanneer het gesprek gaat over een mening over een onderwerp.

Wat heeft het meeste invloed op de geloofwaardigheid van de zender?
A
verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Link

Opdracht voor stage:
Laat je praktijkopleider (een stukje van) jouw les filmen.
Kijk het filmpje terug met het geluid uit. 
Welke non-verbale signalen zie je bij jezelf??

Slide 22 - Slide

Les 4
ken jezelf : reflecteren

Slide 23 - Slide

We gaan verder met de volgende paragraaf.
                            Ken jezelf: reflecteren

Slide 24 - Slide

                                      Kijken naar jezelf
Reflecteren: kijken naar je ervaringen en daarvan leren                                                    voor een volgende keer.
Vraag: in welke situatie moeten jullie dit bijna wekelijks                 doen?
Analyseren: Je kijkt neemt de situatie onder de loep. Wat deed ik, wat ging er goed/verkeerd, wat was mijn rol, wat neem ik mee en wat doe ik de volgende keer anders. 
7.2 Ken jezelf: reflecteren

Slide 25 - Slide

Reflecteren doe je bij voorkeur in vaste stappen. 
Het reflectiemodel van Korthagen is een veelgebruikt model.
Bekijk figuur 3 op blz. 263 en lees onderstaande theorie.

Op de volgende sheet komt een vraag over deze theorie.
7.2 Ken jezelf: reflecteren
Reflectiemodel van Korthagen
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Opdracht:
Lees het stuk 'valkuilen' op blz. 264.


Wees je bewust van de valkuilen en bedenk: 'Iedereen stapt wel een keer in één of meerdere valkuilen. Dat is menselijk. Het gaat er om hoe je er uiteindelijk mee omgaat.
7.2 Ken jezelf: reflecteren

Slide 27 - Slide

          Wat weet je nog van deze les? 
                               5 vragen

Slide 28 - Slide

Onder welk begrip valt het praten met verschillende tonen (hoog, laag, hard, zacht)?
A
Spreektempo
B
Intonatie
C
Mimiek
D
Articuleren

Slide 29 - Quiz

Als iemand met zijn armen over elkaar gevouwen zit en achterover leunend, welke vorm van lichaamshouding past hier dan bij?
A
Open houding
B
Gesloten houding

Slide 30 - Quiz

Een vinger op de mond leggen om stilte te krijgen in de klas. Welke manier van communiceren is dat?
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 31 - Quiz

Jij hebt een les gegeven over de Egyptenaren.
Na de les denk je na over je eigen handelen om daar de volgende keer beter van te worden, wat doe je dan?
A
Analyseren
B
Reflecteren
C
Consumeren
D
Debatteren

Slide 32 - Quiz

In welke stap/fase van het reflectiemodel van Korthagen kom je de STARRT methode weer tegen?
A
Stap 1
B
Stap 2 en 3
C
Stap 4
D
Stap 5

Slide 33 - Quiz


-maak de opdrachten van 7.1 en 7.2 in je werkboek. 

-lees 7.3 en 7.4 ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.

                                                                      ~Succes~
Kijktip: https://www.facebook.com/watch/?v=261777792160712 Belang van communicatie bij kinderen door Eric Scherder (6.40 min.)

Slide 34 - Slide