Gezondheidskunde oefentoets periode 2

• Gezondheidskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Oefen toets gezondheidskunde

Wat moet je doen?

Je maakt de oefentoets zonder boek en aantekeningen

Noteer welke vragen je fout hebt beantwoord 

Als je klaar bent kom je terug in Teams

Toets informatie

De toets bestaat uit 25 vragen

- 3 sleepvragen 

- 22  meerkeuze vragen 

wat is een adequate prikkel?

1. de juiste prikkelhoogte
2. de soort prikkel waarvoor een zintuig gevoelig is

iemand met suikerziekte...

1. moet veel plassen
2. moet weinig plassen

Het slakkenhuis is onderdeel van het:

1. Binnenoor
2. uitwendige oor
3. Evenwichtsorgaan
4. Middenoor

Wat is terugresorptie?

1. Verplaatsen van nuttige stoffen van het bloed naar de voorurine
2. Verplaatsen van nuttige stoffen van de voorurine naar het bloed
3. Verplaatsen van afvalstoffen van het bloed naar de voorurine
4. Verplaatsen van afvalstoffen van de voorurine naar het bloed

Bij wie kan incontinentie voorkomen?

1. Kinderen
2. Volwassenen
3. Ouderen
4. Iedereen

1

2

3

4

5

In de zintuigcellen ontstaan impulsen

De impuls wordt door zenuwen naar de hersenen geleid

De hersenen verwerken de impulsen van alle zintuigen

Je wordt je bewust van wat je waarneemt

Een prikkel komt via het zintuig in de zintuigcel terecht

Wat betekend glucosurie

1. Te kort aan glucose in de urine
2. Aanwezigheid van glucose in de urine.

Wat is de prikkel voor het gezichtszintuig?

1. geluid
2. licht
3. trillingen
4. kleuren

Iemand die verziend is de...

1. oogbol te lang
2. oogbol te kort

Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?

1. Kegeltjes - In het hoornvlies
2. Kegeltjes - In het netvlies
3. Staafjes - In het hoornvlies
4. Staafjes - In het netvlies

Nierschors

Niermerg

Nierbekken

Nierader

Nierslagader

Wat is voorurine?

1. De vloeistof die in de nierkapseltjes komt
2. De urine die zich in het nierbekken verzamelt

Hoe heet het proces waarbij voorurine ontstaat

1. Secretie
2. Uitscheiding
3. Terugresorptie
4. Filtratie

wat is incontinentie?

1. afwijkende hoeveelheid (urine)
2. onvermogen om te urineren
3. onwillekeurig (urine) verlies
4. kleine beetjes urineren

Wat is de functie van het netvlies?

1. Levert voedingsstoffen aan het oog
2. Hier gaat het licht als eerst doorheen
3. Zet licht prikkels om in impulsen
4. Geleid de impulsen naar de hersenen

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?

1. Impulsen
2. Zenuwen
3. Prikkels
4. Licht

Glucose in de urine wijst op ...?

1. Diabetes Mellitus
2. Nierfalen
3. Diabetes Insipidus
4. Hartfalen

Slakkenhuis

1. Liggen veel zintuigcellen, daardoor ontstaan impulsen
2. Geeft geluid door aan trommelvlies
3. Zorgt dat de druk in buiten- en binnenoor gelijk blijft
4. Zorgt voor de evenwicht

prikkel

zintuig

bewustwording

Reactie

Filtratie door de nieren is

1. Alles uit het bloed halen om te filteren
2. Stoffen terughalen die het lichaam kan gebruiken

Oudere mensen kunnen vaak dichtbij niet meer goed zien. Hoe komt dit?

1. de oogbol verandert van vorm als je ouder wordt.
2. de lens wordt minder flexibel
3. het nabijheidspunt komt dichterbij te liggen
4. de hersenen functioneren minder goed

De blaas wordt afgesloten door 2 sluitspieren. Welk sluitspier werkt buiten de wil om

1. Inwendig sluitspier
2. Uitwendig sluitspier
3. Beide antwoorden zijn juist
4. Beide antwoorden zijn onjuist

Het vaatvlies zorgt voor :

1. traanvocht
2. voeding en zuurstof voor je oog
3. licht waarnemen met je oog
4. stevigheid

Welke sluitspier kun je bewuste controle op uitoefenen?

1. Inwendige sluitspier
2. Uitwendige sluitspier

nierbekken

1. is een holte waar urine terecht komt
2. vormt het begin van een nefron
3. verzamelbuis
4. is gelegen in de schors

Einde van de oefentoets 

Goed gedaan!

Je bent nu klaar, ga terug naar Teams en geef aan dat je klaar bent.

Je weet nu welke vragen je nog lastig vindt

Maak voor jezelf aantekeningen 

Gebruik je boek daarbij