Tijdens eb en vloed wordt zand van de kust geërodeerd en iets verderop gesedimenteerd.
Dat zand komt van de plek die ‘brandingsrug’ wordt genoemd.
Branding ontstaat doordat het water wordt afgeremd bij de kust (ondieper) en de golven gaan overslaan; door dat overslaan wordt het zand losgewoeld.
Het zand komt op het strand en wordt door de wind richting duinen verplaatst.
Kusten met zand en duinen, waar de zeestroming vrij spel heeft en er voldoende zand is om de zeewering in stand te houden worden zachte kusten genoemd.