H5 - oefenopdrachten

H5: oefenopdrachten
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H5: oefenopdrachten

Slide 1 - Slide

Waar ligt ook alweer Nigeria?

Slide 2 - Drag question

Welke stad ligt er bij nummer 1?
A
Abuja
B
Port Harcourt
C
Kano
D
Lagos

Slide 3 - Quiz

Welke stad ligt er bij nummer 4?

Slide 4 - Open question

Welk buurland grenst er aan Nigeria bij de letter O?
A
Benin
B
Niger
C
Tsjaad
D
Kameroen

Slide 5 - Quiz

Welk van deze landschappen komt niet voor in Nigeria?
A
Woestijn
B
Mangroven
C
Savanne
D
Regenwoud

Slide 6 - Quiz

Sleep elk landschap naar de juiste plaats op de kaart.
Regenwoud
Savanne
Mangroven
Steppe

Slide 7 - Drag question

Beeldvorming
Welke landschappen horen bij Nigiria?
Nigeriaanse landschappen

Slide 8 - Drag question


   Tropisch


 
Savanne

Foto
Grafiek
Foto
Grafiek

Slide 9 - Drag question

In welke maanden valt in Nigeria de meeste neerslag?
A
Oktober/november
B
December/januari
C
Maart/april
D
Juni/juli

Slide 10 - Quiz

Welke kaart laat de regionale ongelijkheid in Nigeria zien?

Slide 11 - Drag question

Human Development Index
Nederland
Nigeria
Levensverwachting
Jaren onderwijs
BNP/Inwoner
81,7
52,7
18,7
10,1
55.979
4.790

Slide 12 - Drag question

Nigeria is een multiculturele samenleving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

In het noorden van Nigeria is de bevolkingsdichtheid het hoogst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is geen van de drie grootste godsdiensten in Nigeria?
A
Christendom
B
Islam
C
Natuurgodsdiensten
D
Boedhisme

Slide 15 - Quiz

Van welk land was Nigeria tot 1960 een kolonie?
A
Nederland
B
Engeland
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 16 - Quiz

Deze ligt in Nigeria een stuk lager dan in Nederland.
A
Regionale verschillen
B
Levensverwachting
C
Bevolkingsdichtheid
D
Pushfactoren

Slide 17 - Quiz

Deze trekken in Nigeria van noord naar zuid.
A
Pushfactoren
B
Bevolkingsdichtheid
C
Regionale verschillen
D
Arbeidsmigranten

Slide 18 - Quiz

In de binnenlanden van Nigeria groeien mangroven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is het belangrijkste exportproduct van Nigeria?
A
Cacao
B
Rietsuiker
C
Aardolie
D
Rubber

Slide 20 - Quiz

In Nigeria wordt het van het noorden naar het zuiden steeds droger.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

80% van alle inkomsten van de overheid van Nigeria komt van de olie.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

In welk deel van Nigeria wonen gemiddeld genomen de meeste christelijke mensen?
A
Noorden
B
Zuiden
C
Oosten
D
Westen

Slide 23 - Quiz

Hoeveel procent van de export van Nigeria is aardolie?
A
10%
B
40%
C
80%
D
90%

Slide 24 - Quiz

Bekijk de afbeelding!
Hoeveel euro per vat zou Nigeria tekort komen, als ze alléén maar olie zouden exporteren?
A
55
B
69
C
71
D
124

Slide 25 - Quiz

Je ziet de export van Nigeria in 1962 en in 2017.
Zet de juiste omschrijvingen bij de kleuren in de legenda.
Brandstoffen
Landbouw-producten
Industrie-producten

Slide 26 - Drag question

Welk begrip hoort bij:
'Het minder eenzijdig maken van de economie'?
A
Relativering
B
Neokolonialisme
C
Diversificatie
D
Corruptie

Slide 27 - Quiz

Bij welke sector hoort het winnen en verwerken van aardolie?
A
Primaire (landbouw)sector
B
Secundaire (industrie)sector
C
Tertiaire (diensten)sector

Slide 28 - Quiz

Welk van deze is géén ontwikkelingskenmerk?
A
Bnp per inwoner
B
Onderwijs
C
Artsendichtheid
D
Grootte van huishoudens

Slide 29 - Quiz

Nigeria bestaat uit deelstaten, hierdoor ontstaat er meer autonomie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Wat gebeurt er met de temperatuur als je in Nigeria naar het noorden gaat?
A
Daar is het het hele jaar door gemiddeld warmer: boven de 30° C.
B
Daar is het het hele jaar door gemiddeld kouder: onder de 20° C.
C
Daar is een groter verschil tussen de maximum- en de minimumtemperatuur in een jaar.
D
Daar is een kleiner verschil tussen de maximum- en de minimumtemperatuur in een jaar.

Slide 31 - Quiz

Noem drie nadelen van een economie die gedomineerd wordt door de export van aardolie.

Slide 32 - Open question

Iemand doet twee uitspraken:
I De olie-industrie is een sterkte van Nigeria.
II Landbouw is een sterkte van Nigeria.
Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 33 - Quiz

Bekijk de kaart!
Laat deze kaart een sterkte of een zwakte zien van het land?
Sterkte
Zwakte

Slide 34 - Drag question

Bekijk de afbeelding.
Is Nigeria volgens deze kaart een ontwikkeld land, groeiend land, of achterblijvend land?
A
Ontwikkeld
B
Groeiend
C
Achterblijvend

Slide 35 - Quiz

Kenmerk
   Centrum gebieden
     Perifere gebieden
Beroepsbevolking
Welvaart
Werkvorm: invulopdracht
Hoog
Gemiddeld
Laag
Primaire sector
Secondaire sector
Tertiaire sector

Slide 36 - Drag question

Leg uit waarom migratie voor Nigeria niet goed is.

Slide 37 - Open question

Leg uit waarom migratie voor Nigeria wel goed is.

Slide 38 - Open question

Oefenen met Quizlet

Begrippen van PTO3

https://quizlet.com/_cmr3e6?x=1jqt&i=1fo1jg

Slide 39 - Slide

Einde!

Slide 40 - Slide