Je krijgt in deze toets 20 meerkeuze- en sleepvragen.
De vragen zijn georganiseerd per paragraaf.
Daarna ga je voor jezelf kijken, met welke paragrafen/delen je nog de meeste moeite hebt.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Formatieve toets
Je krijgt in deze toets 20 meerkeuze- en sleepvragen.
De vragen zijn georganiseerd per paragraaf.
Daarna ga je voor jezelf kijken, met welke paragrafen/delen je nog de meeste moeite hebt.
Slide 1 - Slide
Welk van deze landschappen komt niet voor in Nigeria?
A
Woestijn
B
Mangroven
C
Savanne
D
Regenwoud
Slide 2 - Quiz
Sleep elk landschap naar de juiste plaats op de kaart.
Regenwoud
Savanne
Mangroven
Steppe
Slide 3 - Drag question
In welke maanden valt in Nigeria de meeste neerslag?
A
Oktober/november
B
December/januari
C
Maart/april
D
Juni/juli
Slide 4 - Quiz
Welke kaart laat de regionale ongelijkheid in Nigeria zien?
Slide 5 - Drag question
In welk deel van Nigeria wonen gemiddeld genomen de meeste christelijke mensen?
A
Noorden
B
Zuiden
C
Oosten
D
Westen
Slide 6 - Quiz
Hoeveel procent van de export van Nigeria is aardolie?
A
10%
B
40%
C
80%
D
90%
Slide 7 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
Hoeveel euro per vat zou Nigeria tekort komen, als ze alléén maar olie zouden exporteren?
A
55
B
69
C
71
D
124
Slide 8 - Quiz
Je ziet de export van Nigeria in 1962 en in 2017.
Zet de juiste omschrijvingen bij de kleuren in de legenda.
Brandstoffen
Landbouw-producten
Industrie-producten
Slide 9 - Drag question
Welk begrip hoort bij: 'Zorgen dat een land meer verschillende inkomstenbronnen krijgt'?
A
Relativering
B
Neokolonialisme
C
Diversificatie
D
Corruptie
Slide 10 - Quiz
Bij welke sector hoort het winnen en verwerken van aardolie?
A
Primaire (landbouw)sector
B
Secundaire (industrie)sector
C
Tertiaire (diensten)sector
Slide 11 - Quiz
Paragraaf 3 gaat over sterkten en zwakten van Nigeria.
Laat deze kaart een sterkte of een zwakte zien van het land?
Sterkte
Zwakte
Slide 12 - Drag question
Welk van deze is géén ontwikkelingskenmerk?
A
Bnp per inwoner
B
Onderwijs
C
Artsendichtheid
D
Grootte van huishoudens
Slide 13 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
Is Nigeria volgens deze kaart een ontwikkeld land, groeiend land, of achterblijvend land?
A
Ontwikkeld
B
Groeiend
C
Achterblijvend
Slide 14 - Quiz
Bekijk de diagram.
Hoeveel procent van de Nigeriaanse beroepsbevolking werkt in de tertiaire sector?
A
Ongeveer 30%
B
Ongeveer 10%
C
Ongeveer 45%
D
Ongeveer 60%
Slide 15 - Quiz
Bij welke kleur in deze diagram hoort de informele sector?
A
Groen
B
Rood
C
Blauw
Slide 16 - Quiz
Stel: een Nigeriaans bedrijf produceert telefoons. Een Chinees bedrijf doet dit goedkoper, waardoor mensen meer Chinese telefoons kopen. Hoe kan Nigeria zijn eigen producten beschermen tegen die concurrentie?
A
Met vrije wereldhandel
B
Door heffen van invoerrechten
C
Met behulp van remittances
D
Door het krijgen van bilaterale hulp
Slide 17 - Quiz
Stel: er heerst in Nigeria een grote hongersnood door een lange tijd van droogte. De landen van de EU sturen voedselpakketten. Dit is een voorbeeld van...
A
Noodhulp
B
Bilaterale hulp
C
Multilaterale hulp
D
Niet-gouvernementele hulp
Slide 18 - Quiz
In Nigeria gaan veel mensen naar de universiteit, maar er is in het land toch een tekort aan goed opgeleide artsen. Dit heeft te maken met...
A
Corruptie
B
Kolonialisme
C
Invoerrechten
D
Braindrain
Slide 19 - Quiz
De manier waarop China door investeringen te doen, zijn macht uitbreidt in landen als Nigeria, is een vorm van...
A
Remittances
B
Neokolonialisme
C
Ontwikkelingshulp
D
Interne factoren
Slide 20 - Quiz
Zet de uitspraken op de juiste plek in de tabel.
Slide 21 - Drag question
Welke stad ligt er bij nummer 1?
A
Abuja
B
Port Harcourt
C
Kano
D
Lagos
Slide 22 - Quiz
Welke stad ligt er bij nummer 4?
Slide 23 - Open question
Welk water (zee, meer, oceaan of rivier) ligt bij de letter A?
Slide 24 - Open question
Welk buurland grenst er aan Nigeria bij de letter O?
A
Benin
B
Niger
C
Tsjaad
D
Kameroen
Slide 25 - Quiz
Einde:
Klaar?
Druk op het kruisje rechts in de hoek en lever de toets in.