Beknopte bijzinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Ik ken het verschil tussen een bijzin en een beknopte bijzin

Ja

Nee

Bevat een onderwerp en een persoonsvorm

1. Bijzin
2. Beknopte bijzin

Kletsnat geregend door de stortbui, liep Lars boos het lokaal binnen.

1. Beknopte bijzin - juist
2. Beknopte bijzin - onjuist
3. bijzin - juist
4. bijzin - onjuist

Omdat u genoeg tijd te bieden voor uw inkopen, sluiten de deuren van onze supermarkt op zondag 22u.

1. Beknopte bijzin - juist
2. Beknopte bijzin - onjuist
3. Bijzin - juist
4. Bijzin - onjuist

Om u genoeg tijd te bieden voor uw inkopen, sluiten de deuren van onze supermarkt op zondag 22u.

.

A) Onderwerp van de hz: de deuren (sluiten)

B) Onderwerp van de bz: wie biedt? Wij

C) Deze zin is grammaticaal onjuist, want niet hetzelfde ow.

Om die scooter te kunnen kopen, zal je spaarsaldo nog flink moeten groeien.

Voeg een ow + pv toe aan de volgende beknopte bijzin: [Om die scooter te kunnen kopen].

Na mijn mobiel te hebben opgeladen, was hij al binnen twee uur weer leeg.

Voeg een ow + pv toe aan de volgende beknopte bijzin: [Na mijn mobiel te hebben opgelaten,]

Zelfstandig aan de slag:

(Optioneel: filmpje kijken)

1) verbeter de foutieve zinnen van opdr. 3 door een pv + ow toe te voegen aan beknopte bijzin.

2) verander de hoofdzin, zodat hij past bij de beknopte bijzin.

[Om die scooter te kunnen kopen], zal je spaarsaldo nog flink moeten groeien.

1. Als je die scooter wilt kopen, zal je spaarsaldo nog flink moeten groeien.

2. Om die scooter te kunnen kopen, zal je je spaarsaldo nog flink moeten laten groeien.