Zuurstoftherapie en ademhalingsondersteuning

Zuurstoftherapie en ademhalingsondersteuning

Leerdoelen

Aan het eind van de les kun je de aandoeningen aan de longen benoemen, aandachtspunten bij ademhaling observeren, zuurstof toedienen en complicaties herkennen. Ook begrijp je verschillende toedieningssystemen.

Wat weet je al over zuurstoftherapie en ademhalingsondersteuning?

Aandoeningen aan de longen

COPD, astma, longontsteking, longkanker.

Observeren van ademhaling

Frequentie, diepte, ritme, geluiden.

Toedienen van zuurstof

Via neusbril, masker, kapje, tracheostoma.

Complicaties

Zuurstofvergiftiging, uitdroging, neusirritatie.

Toedieningssystemen

Continue flow, demand flow, mengsystemen.

Oefening: Aandoeningen aan de longen

Beschrijf de symptomen van COPD.

Oefening: Observeren van ademhaling

Bespreek welke ademhalingskenmerken wijzen op problemen.

Oefening: Zuurstof toedienen

Demonstreer het correct plaatsen van een zuurstofmasker.

Casus: Complicaties bij zuurstoftherapie

Beschrijf een situatie waarbij een patiënt een complicatie ervaart door verkeerd gebruik van zuurstof.

Quiz: Toedieningssystemen

Multiple-choice vragen over de verschillende toedieningssystemen.

Reflectie

Wat heb je vandaag geleerd over zuurstoftherapie en ademhalingsondersteuning?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.