2.4 Bevruchting en zwangerschap & 2.5 Geboorte

Voortplanting en seksualiteit
2.4 Bevruchting en zwangerschap
2.5 Geboorte
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voortplanting en seksualiteit
2.4 Bevruchting en zwangerschap
2.5 Geboorte

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
  • Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
  •  Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.

Slide 2 - Slide

Wanneer zal deze vrouw vermoedelijk haar volgende menstruatie hebben?
Wanneer is deze vrouw vruchtbaar? (eisprong/ovulatie)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bevruchting
Bevruchting: als de kernen van zaadcel en eicel samensmelten

Slide 5 - Slide

Zwanger

Slide 6 - Slide

Bevruchte eicel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Begrippen:
Innesteling
Embryo 
Placenta (moederkoek)
Navelstreng
Vruchtwater
Vruchtvliezen


Slide 9 - Slide

Placenta en navelstreng

Slide 10 - Slide

Tweelingen

Slide 11 - Slide

Fasen van de bevalling
De bevalling begint met weeën: 
bij een wee trekken de spieren in de baarmoederwand samen;
de baarmoedermond gaat door weeën open

  1.  ontsluiting: eerste fase van de bevalling; opengaan van de baarmoedermond door weeën
  2. uitdrijving: begint als de baarmoeder ver genoeg open is (ontsluiting); sterke persweeën duwen de baby naar buiten, dit is de geboorte
  3.  nageboorte: laatste fase van de bevalling; een wee duwt de placenta met vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten
De drie fasen van de bevalling

Slide 12 - Slide

Nageboorte

Slide 13 - Slide