2.4 Bevruchting en zwangerschap & 2.5 Geboorte

Voortplanting en seksualiteit
2.4 Bevruchting en zwangerschap
2.5 Geboorte
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voortplanting en seksualiteit
2.4 Bevruchting en zwangerschap
2.5 Geboorte

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
  • Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
  •  Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.

Slide 2 - Slide

Wanneer zal deze vrouw vermoedelijk haar volgende menstruatie hebben?
Wanneer is deze vrouw vruchtbaar? (eisprong/ovulatie)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bevruchting
Bevruchting: als de kernen van zaadcel en eicel samensmelten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Zwanger
hCG (hormoon) zorgt ervoor dat het gele lichaam in stand blijft. Het voorkomt ook dat er nieuwe follikels met eicellen rijpen. 
Een deel van het hCG wordt via de nieren van de moeder uitgescheiden. Vanaf een week na de innesteling bevat de urine van een zwangere vrouw hCG. Je kunt dit aantonen met een zwangerschapstest. Als het hormoon aanwezig is, geeft de test een positief resultaat (zwanger).

Slide 7 - Slide

Bevruchte eicel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Begrippen:
Innesteling
Embryo 
Placenta (moederkoek)
Navelstreng
Vruchtwater
Vruchtvliezen


Slide 10 - Slide

Placenta en navelstreng

Slide 11 - Slide

Tweelingen

Slide 12 - Slide

Fasen van de bevalling
De bevalling begint met weeën: 
bij een wee trekken de spieren in de baarmoederwand samen;
de baarmoedermond gaat door weeën open

  1.  ontsluiting: eerste fase van de bevalling; opengaan van de baarmoedermond door weeën
  2. uitdrijving: begint als de baarmoeder ver genoeg open is (ontsluiting); sterke persweeën duwen de baby naar buiten, dit is de geboorte
  3.  nageboorte: laatste fase van de bevalling; een wee duwt de placenta met vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten
De drie fasen van de bevalling

Slide 13 - Slide

Nageboorte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video