This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Economie
4GT
H2§6
Werkloos
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Oorzaken van werkloosheid
Het slechter gaat met de economie (vooral conjunctuurgevoelige bedrijven)
Mechanisatie en automatisering
Opleiding past niet bij de banen die er zijn bedrijven
Vertrekken naar het buitenland
Stijging beroepsbevolking
Slide 3 - Slide
Soorten werkloosheid
Conjucturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Seizoenswerkeloosheid
Regionale werkloosheid
Frictiewerkloosheid
Slide 4 - Slide
Conjuncturele werkloosheid
Tijdelijk
oorzaak: daling van lonen en/of export
Slide 5 - Slide
Structurele werkloosheid (1)
Blijvend
Slide 6 - Slide
Structurele werkloosheid (2)
Marktmechanisme
Automatisering
Lagelonenlanden
Er is geen vraag meer naar een product. Bijvoorbeeld: cd's.
Veel werk is overgenomen door computergestuurde machines
In sommige landen (Pakistan, China, Koreo en India) werken mensen voor erg lage lonen. Sommige bedrijven vertrekken daarom uit Nederland naar het buitenland om minder loonkosten te hebben
Slide 7 - Slide
Verborgen werkgelegenheid
Wel werk → levert geen banen op in de formele sector
Slide 8 - Slide
Lonen stijgen....
Werknemers:
meer inkomen
meer besteden
goed voor de werkgelegenheid
Werkgevers:
hogere kosten
prijzen producten stijgen
verkoop daalt
slecht voor de werkgelegenheid
Loonmatiging
Loonmatiging:
De lonen stijgen niet of weinig
Slide 9 - Slide
Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.
Slide 10 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.
Slide 12 - Quiz
Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele
Slide 13 - Quiz
Als de economie beter gaat, gaan consumenten altijd meer besteden.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 15 - Quiz
Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?