Toptaal Haarlem A2B1 6 oktober

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

De woorden van thema 6,

intro en taak 1

Ik geloofde al zijn leugens. .................... had ik beter moeten weten.

1. Zolang
2. Type
3. Achteraf
4. Voordelig

Een vleesvervanger is een goed ...................... voor vlees.

1. alternatief
2. gemak
3. tenslotte
4. nogal

Amalia droeg geen leuke jurk. Hij maakte oud en stond haar .....................

1. troep
2. succesvol
3. echter
4. truttig

Sommige mensen doen mee met de mode. Anderen hebben hun eigen .....................

1. gemak
2. troep
3. stijl
4. polder

Mijn zus koopt de auto van haar buurvrouw voor een .....................

1. scooter
2. vriendenprijsje
3. zaak
4. type

Wij zijn echte ........................! We gaan alleen winkelen als er aanbiedingen zijn.

1. afvragen
2. stijgen
3. koopjesjagers
4. bezuinigen

De ............... komen ................. binnen en worden daarom gelijk teruggestuurd.

1. artikelen, beschadigd
2. beschadiging, zolang
3. beschadiging, nogal
4. troep, succesvol

Hoe ...................... jij de Nederlandse samenleving? Open of gesloten?

1. afvraag
2. karakteriseer
3. download
4. stijg

We kunnen in ons huis blijven wonen .................. we de hypotheek nog kunnen betalen.

1. zolang
2. nogal
3. ten slotte
4. vast

Belinda bestelde een jas op een website. Maar de ................. slaagde niet door een technische storing.

1. gemak
2. polder
3. plannen
4. aankoop

Ze moesten lang zoeken maar vonden .................... toch een goede loodgieter.

1. zolang
2. tenslotte
3. voordelig
4. succesvol

De comparatief en de superlatief 

(ook bijvoeglijk gebruikt)

Jij moet kiezen tussen een goedkope en een dure jas. Kies jij voor de ....................?

1. goedkoop
2. goedkopere
3. goedkoopst
4. goedkoper

Er waren veel kandidaten voor deze baan. We hebben de ................... gekozen.

1. goedste
2. beste
3. beter
4. bestere

Felicia vindt de jurk te licht. Ze wil een ...................... jurk voor het feest.

1. donker
2. donkerste
3. donkerdere
4. donkerder

We hadden de meest .................... vakantie sinds jaren.

1. fantastischer
2. fantastischste
3. fantastisch
4. fantastische

Dit is een ................. artikel dan het artikel in de Telegraaf.

1. interessanter
2. interessantst
3. interessante
4. interessant

De taart is even .................... als de koekjes.

1. lekker
2. lekkerder
3. lekkerst
4. lekkere

Pieter Omtzigt is de meest ....................... politicus van Nederland.

1. bejubeldst
2. gebejubeld
3. bejubelder
4. bejubelde