Herhaling unité 1 + parler en duo

Plattegrond A2C
Esmee
Dionne
Kasper
Fernando
Sem
Tibo
Hidde
Julian
Fenna
Shively
Leah
Mette
Robin
Tiffany
Elize
Luc
Kency
Filip
Timo
Wouter
Jelte
Docent
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Plattegrond A2C
Esmee
Dionne
Kasper
Fernando
Sem
Tibo
Hidde
Julian
Fenna
Shively
Leah
Mette
Robin
Tiffany
Elize
Luc
Kency
Filip
Timo
Wouter
Jelte
Docent

Slide 1 - Slide

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

la tâche de début
Zet de werkwoorden tussenhaakjes in de passé composé:

On _____ ________ un grand cadeau. (donner)
Vous _________ ____________ du sport? (faire)
Elle ___________ ____________ très malade. (être)
Nous __________ _________une maison. (acheter)


Je mag in tweetallen overleggen


timer
1:00

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • Herhaling alles unité 1
  • parler en duo
  • Verbuga
Leestoets verplaatst
i.v.m lesuitval

Slide 4 - Slide

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 5 - Slide

Doel lessonup:
  • Vocabulaire 
  • de onregelmatige werkwoorden partir & sortir
  • de voltooide tijd
    (passé composé) 

Slide 6 - Slide

On descend où?
A
is er vertraging?
B
is er een zitplaats?
C
waar is het?
D
waar stappen we uit?

Slide 7 - Quiz

Il y a une queue au Louvre
A
Er is een rij bij het Louvre
B
er is een brug bij het Louvre
C
Er is een evenement bij het Louvre
D
er zijn wegwerkzaamheden bij het Louvre

Slide 8 - Quiz

Vocabulaire apprendre 1 - 9
profiter de

l'étranger
revenir
être en retard
de rien
genieten van
Geen dank
te laat zijn
het buitenland
terugkomen

Slide 9 - Drag question

Vertaal:
Cela prend combien de temps?

Slide 10 - Open question

________________ sans dire adieu.
(Zij (m) vertrekken)
A
ils partent
B
ils sortent
C
elles partent
D
elles sortent

Slide 11 - Quiz

________________avec Antoine
(Hij heeft verkering)

Slide 12 - Open question

________________ en vacances.
(Jij vertrekt)

Slide 13 - Open question

Le passé composé met avoir

Slide 14 - Slide

Maak de zin in de passé composé:
Vous ...........? (faire du camping)
A
avez fait du camping
B
avez fairé du camping
C
faites du camping
D
avons fait du camping

Slide 15 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
Waar is het station?

Slide 16 - Open question

Sarah et Isabelle
_________ __________ corona. (avoir)

Slide 17 - Open question

Vertaal:
Kunt u mij alstublieft helpen?
A
Le train s'arrête à Poitiers?
B
Est-ce que je dois changer de train?
C
Vous pouvez m'aider, s'il vous plait?
D
C'est la deuxième rue à droite.

Slide 18 - Quiz

Kies een vertrek punt en een doel.
Oefen en wissel van rol.
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Ga naar verbuga.eu
Temps:
Passé composé
Verbes irreguliers:
avoir, être, faire, pouvoir & vouloir
Verbes régulier:
Aimer, acheter, arriver, chercher
& commencer

Confirmer
timer
10:00
Je mag met oortjes in muziek luisteren

Slide 20 - Slide