Les 1 - Verdieping methodisch handelen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Programma 

• Planning periode 
• Leerdoelen 
• Lesdoelen 
• Oriëntatie opdracht
  
• Theorie 
  
• Opdracht 
• Afsluiting (lesdoelen behaald?) 

Planning periode 

• Verdieping dagbesteding en
    methodisch handelen 
• Boom digitaal  
• Theorie & opdrachten 
• Eindopdracht: 
   dagbestedingsplan

Leerdoelen (periode):  

• Je kunt (samen met de cliënt) bepalen wat zinvolle passende
    dagbesteding is.
  
• Je kunt rekening houden met verschillende factoren die invloed hebben
    op dagbesteding (mogelijkheden/beperkingen). 
• Je kunt inspelen de begeleidingsbehoeften van verschillende cliënten 
• Je kunt samen met de cliënt een dagbestedingsplan schrijven waarbij je
   rekening houdt met de mogelijkheden van de cliënt.

Lesdoelen

• Je weet wat de drie uitgangspunten van dagbesteding zijn 
• Je kunt van ieder uitgangspunt een voorbeeld noemen
• Je  kunt de drie uitgangspunten van dagbesteding
    toepassen op een casus (analyseren) 

Oriëntatie opdracht 

• Wat weet je al over dagbesteding? 
• Welke ervaring heb jij al opgedaan? 
• Wat wil je nog leren? 

Noteer & gezamenlijk terugkoppelen. 

(Denk aan: doel dagbesteding, begeleiding, rekening houden met... etc) 

" De wens van de cliënt staat centraal en de maatschappij is het uitgangspunt bij het bepalen van het dagbestedingsaanbod. Het liefst heeft ieder mens werk of dagbesteding binnen de reguliere samenleving. En als dat niet haalbaar is, dan wordt er gezocht naar andere mogelijkheden. We leven nu eenmaal in een participatiesamenleving." - (Theoriebron 14, Trends in de dagbesteding)  

Dagbesteding 

Uitgangspunten van dagbesteding zijn: 

1. Doelen cliënt 
2. Wensen en mogelijkheden cliënt 
3. Sociale vaardigheden cliënt 

Aansluiten bij het doel 

Ondersteuningsvraag van de cliënt is leidend. Doelen zijn  gericht op:

• Behouden van vaardigheden
  
• Uitbreiden van vaardigheden
  
• Leren accepteren van beperkingen en/of achteruitgang
  
• Fysiek en/of mentaal welbevinden
  
• Participerende bijdrage aan de maatschappij.

Draagt de activiteit bij aan het behalen van het doel? (voorbeeld?) 

Aansluiten bij mogelijkheden en wensen 

• Wat kan de cliënt en wat wil de cliënt? Welke activiteiten
   passen daarbij? 
• Bespreek samen met de cliënt de voorkeuren, interesses, vaardigheden en positieve eigenschappen. 
• Observeer, vraag naasten, probeer activiteiten uit 

Sociale vaardigheden 

De sociale vaardigheden van de cliënt hebben invloed op de keuze voor individuele of groepsactiviteiten. Als een cliënt (nog) niet sociaal vaardig is, kunnen activiteiten gebruikt worden om sociale vaardigheden te leren. 

Casus  

Opdracht 

Amir (35jr) is zijn vertrouwen in

zichzelf kwijtgeraakt door zijn psychoses.  Hij heeft moeite met samenwerken en vindt het lastig om

bevelen op te volgen. Hij is gemotiveerd om te gaan werken, maar weet niet of hij dit aankan. Hij werkte voorheen als schilder. Hij heeft ondersteuning nodig om arbeidsvaardigheden aan te leren. Hij heeft weinig vrienden, maar heeft hier ook geen behoefte aan. 

• Bedenk een activiteit. 
• Beschrijf  bij welke wens en welk doel dit aansluit. Leg uit waarom. 
  
  
• Waar hou je rekening mee op sociaal gebied en  waarom?  

Afsluiting 

• Lesdoelen behaald? 
• Tip/top (post-it) 
• Volgende week: passende
   dagbesteding