Ancien Regime



 De Franse revolutie 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



 De Franse revolutie 

Slide 1 - Slide

Dit symbool
Wat je hier ziet is een snijmachine. 
Voor hoofden. 
De Fransen noemden het een guillotine. 
In plaats van mensen op te hangen was dit een andere manier om ter dood veroordeelden te straffen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is de oude orde of het ancien regime?

Slide 4 - Open question

Tijdens het Ancien regime was er sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De heren
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel

Slide 5 - Quiz

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 6 - Quiz



In de Franse standenmaatschappij profiteerden de eerste en de tweede stand van de derde stand, omdat:
A
de eerste stand veel belasting betaalde aan de koning.
B
de tweede stand veel herendiensten moesten verrichten
C
de derde stand veel belasting betaalde aan de koning.
D
De eerste en de tweede stand veel inspraak had

Slide 7 - Quiz

Een advocaat hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je de situatie op het plaatje hiernaast?
A
Machtspiramide
B
Middeleeuwse bestuurorganisatie
C
het oude gezag in Frankrijk
D
onderdrukking

Slide 9 - Quiz

Tot welke stand behoorden de burgers?
A
Eerste stand.
B
Tweede stand.
C
Derde stand.
D
Geen enkele stand.

Slide 10 - Quiz

Een hertog hoort bij....?
A
De eerste stand
B
de tweede stand
C
De derde stand

Slide 11 - Quiz

Laatste vraag....Bourgeoisie hoorde bij de
A
tweede stand
B
derde stand
C
eerste stand
D
het bestuur van de koning

Slide 12 - Quiz

0

Slide 13 - Video


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 14 - Slide