What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
spelling categorieën oefenen groep 6
Wat is een steekwoord?
A
Een woord dat je opschrijft om bijv. een tekst of verhaal te kunnen terug vertellen.
B
Een woord waarmee je kunt steken.
C
Een woord waar een verhaal mee begint.
D
Gewoon een leuk woord.
1 / 15
next
Slide 1:
Quiz
Spelling
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is een steekwoord?
A
Een woord dat je opschrijft om bijv. een tekst of verhaal te kunnen terug vertellen.
B
Een woord waarmee je kunt steken.
C
Een woord waar een verhaal mee begint.
D
Gewoon een leuk woord.
Slide 1 - Quiz
Maak het woord af.
majes........
A
teit
B
tijd
C
hijd
D
heid
Slide 2 - Quiz
De naaimachine
welke categorieën horen bij dit woord? meerdere antwoorden mogelijk!
A
samenstelling
B
aai-ooi-oei-woord
C
chefwoord
D
kilowoord
Slide 3 - Quiz
Op welk woord hoort een streepje op de e?
Caféwoord
A
Arme
B
Gele
C
Prive
D
Besje
Slide 4 - Quiz
In welke categorie horen de volgende woorden: theater, pathe, methode, kathedraal
Tip
theewoorden
ik hoor de /t/ , maar ik schrijf /th/
A
Langemaakwoorden
B
Kilowoorden
C
Theewoorden
D
Taxiwoorden
Slide 5 - Quiz
Welke categorieën horen bij het volgende woord?
joviaal
A
Klankgroepenwoord en langermaakwoord
B
chefwoord en langermaakwoord
C
Klankgroepenwoord en kilowoord
D
Chefwoord en kilowoord
Slide 6 - Quiz
Wat hoort bij:
hij beantwoordt
A
stam + t
B
voorvoegsel: be
C
taxiwoord
D
komma's woord
Slide 7 - Quiz
Welke categorieën horen bij:
expeditie?
A
politiewoord
B
taxiwoord
C
kilowoord
D
klankgroepenwoord
Slide 8 - Quiz
Welke stelling is correct?
Meerdere antwoorden.
A
Stam+t: Altijd bij tegenwoordige tijd bij hij/zij/jij/je of het.
B
Bij de ik-vorm alleen de stam in tegenwoordige tijd enkelvoud!
C
Stam+t, altijd als jij of je er achter komt.
D
Stam+t, altijd in de verleden tijd!
Slide 9 - Quiz
Verblijden:
Ik ...... mijn oma met een bezoek
A
verblijd
B
verblijdt
C
verblijt
D
Verblijd
Slide 10 - Quiz
Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
onsportieve
B
jongetje
C
glazen
D
tafel
Slide 11 - Quiz
Het verkleinwoord van foto:
A
fototje
B
foto-tje
C
plaatje
D
fotootje
Slide 12 - Quiz
Welke drie categorieën?
machine
A
colawoord
B
chefwoord
C
kilowoord
D
klankgroepenwoord
Slide 13 - Quiz
Vergoeden
----- jij de gemaakte schade?
A
Vergoet
B
vergoed
C
Vergoedt
D
Vergoed
Slide 14 - Quiz
Welke categorieën zitten in dit woord?
het cadeautje
A
verkleinwoord, colawoord, klankgroepenwoord, cadeauwoord
B
colawoord, cadeauwoord
C
langermaakwoord, klankgroepenwoord, colawoord
D
verkleinwoord, colawoord, cadeauwoord
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
B&F Spelling uitleg (herh) Caféwoord + oefendictee les 4 week 2
January 2021
- Lesson with
12 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
Spelling herhaling thee, taxi, chef, Café woord Vrijdag
December 2022
- Lesson with
12 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
spelling blok 4 week 4 les 1
January 2024
- Lesson with
13 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
3aso vraag 5: spelling
October 2020
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Caféwoord - Staal spelling
January 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Blok 4 week 2 les 2
December 2023
- Lesson with
20 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
Spelling Cafewoord
December 2022
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
B&F, spelling, blok 6 week 1 les 5
January 2021
- Lesson with
34 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6