3.1, 3.2 & 3.3

Maatschappijleer
1 / 34
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maatschappijleer

Slide 1 - Slide

Planning
Gezamenlijk nakijken 
Uitleg
Zelfstandig werken
Quiz


Slide 2 - Slide

Huiswerk opdrachten 
3.1 helemaal (ik kom ff checken)

We kijken opdracht 3, 4 en 5 even na

Slide 3 - Slide

Welke partijen ken je?

Slide 4 - Mind map

Begrippen 3.2:
  • Actief kiesrecht
  • Passief kiesrecht
  • Lijsttrekker
  • Links / midden / rechts
  • Passieve overheid
  • Actieve overheid
  • Compromissen 

Slide 5 - Slide

Actief kiesrecht:
Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht:
het recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 6 - Slide

Vrije verkiezingen:
Je mag stemmen op wie je wilt
Geheime verkiezingen:
Niemand weet op wie jij gestemd hebt

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Linkse partijen

Wat linkse partijen belangrijk vinden:
  • Een actieve overheid (veel doen).
  • Opkomen voor kwetsbare mensen.
  • Eerlijke verdeling van inkomen.
  • Gelijke kansen voor iedereen.
  • Aandacht voor milieu.


Slide 9 - Slide

Rechtse partijen

Wat rechtse partijen belangrijk vinden:
  • Meer vrijheid voor burgers.
  • Een passieve overheid (minder doen).
  • Lage belastingen.
  • Eigen verantwoordelijkheid.
  • Veiligheid bevorderen (zwaardere straffen).

Slide 10 - Slide

Middenpartijen

Sommige partijen zijn niet duidelijk links of rechts. We noemen ze middenpartijen. Ze hebben zowel linkse als rechtse punten. 
  • De christelijke middenpartijen vinden dat mensen meer voor elkaar moeten zorgen i.p.v. van dat de overheid die taak op zich neemt. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Na de verkiezingen:
In Nederland krijgt nooit een van de partijen de helft van alle partijen.
Zij zullen daarom moeten samenwerken. Zij moeten dan compromissen sluiten. 
Afspraken waarbij beide partijen een beetje toegeven. 

Slide 13 - Slide

Keuzemoment
Verder met uitleg

of

Zelfstandig aan het werk

Slide 14 - Slide

politieke stromingen
welke politieke stromingen zijn er en wat willen ze?

Politieke partijen ontstaan vaak uit een politieke stroming of ideologie .
ideologie: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van een samenleving

Slide 15 - Slide

Liberalisme:

Slide 16 - Slide

Sociaal-democratie

  • Mensen zijn gelijkwaardig


  • Actieve rol van de overheid: mensen helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen


  • gelijkwaardigheid
  • solidariteit


Slide 17 - Slide

Christen-Democratie:

Slide 18 - Slide

Politieke stromingen
Stroming
Uitleg
Sociaal-democratie
Zij vinden dat de overheid op moet komen voor de zwakkeren in de samenleving
Christen-democratie
Zij vinden geloof en de normen en waarden die daarbij horen belangrijk. 
Liberalisme
Zij vinden vooral vrijheid belangrijk. De overheid moet niet te veel regelen. 

Slide 19 - Slide

populisme
  • Populisme is meer een stijl van politiek bedrijven dan een ideologie.
  • Populisten zeggen voor het volk op te komen en keren zich tegen de elite.
  • Vaak zijn de standpunten sterk nationalistisch.

Slide 20 - Slide

 one-issue

- One-issue partijen:
BoerBurgerBeweging (komt op voor de boeren)
- 50plus komt op voor ouderen
- Partij voor de Dieren

Slide 21 - Slide

Een voorbeeld van algemeen belang is
A
Je huiswerk maken
B
Dat er wegen zijn
C
Dat jij op vakantie kunt
D
Dat er bezuinigd wordt

Slide 22 - Quiz

Belasting is:
A
Geld voor de overheid
B
Salaris
C
Geld wat je krijgt
D
Bezuinigingen

Slide 23 - Quiz

Voorbeeld van een ambtenaar:
A
Postbode
B
Brandweerman/vrouw
C
Directeur van een bedrijf
D
Apotheker

Slide 24 - Quiz

Op je 18e ga je voor het eerst naar de stembus, hoe heet dit?
A
Passief kiesrecht
B
Actief kiesrecht

Slide 25 - Quiz

Wat is een 'directe democratie'?
A
Het volk kiest volksvertegenwoordigers
B
Het volk betaalt direct belasting aan de regering
C
De burgers mogen allemaal stemmen over nieuwe wetten

Slide 26 - Quiz

POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS

Eerlijke inkomens verdeling
Zwakkeren bescherming
Een overheid die alleen straft en controleert

Slide 27 - Drag question

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, christen-democratie, feminisme
B
Sociaal- democratie en liberalisme
C
christen-democratie, liberalisme, sociaal-democratie
D
Communisme, christen-democratie en liberalisme

Slide 28 - Quiz

Mark Rutte hoort bij de VVD, bij welke stroming hoort de VVD?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
D
Extreem-Rechts

Slide 29 - Quiz

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie

Slide 30 - Quiz

Welke stroming vindt vrijheid en eigen verantwoordelijkheid belangrijk?
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
D
Geen een

Slide 31 - Quiz


Christen- democratie Draait vooral om....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid

Slide 32 - Quiz

Een passieve overheid past bij
A
Linkse politieke partijen
B
Rechtse politieke partijen
C
Midden partijen
D
Democratische partijen

Slide 33 - Quiz

Zelfstandig werken

Slide 34 - Slide