§ 5.1 Aan de slag

§5.1 Aan de slag
Bekijk eerst rustig het hele filmpje...... 
maak daarna pas de vragen.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§5.1 Aan de slag
Bekijk eerst rustig het hele filmpje...... 
maak daarna pas de vragen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Waar kun je geen vacatures vinden?
A
In kranten en tijdschriften
B
In het NOS- journaal
C
Op internet
D
In de etalages bij uitzendkantoren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht is een ............
A
Vacature
B
Solliciteren
C
Werkgever
D
Werknemer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

wat is een vacature?
A
een baan
B
een melding van een bedrijf dat er een baan beschikbaar is
C
een brief sturen naar een bedrijf dat je daar graag wil werken
D
bericht in de krant

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de goede volgorde als je werk zoekt?
1. Sollicitatiegesprek.
2. Arbeidsovereenkomst.
3. Vacature in de krant.
4. Sollicitatiebrief.

A
1 – 2 – 3 – 4.
B
3 – 2 – 4 – 1.
C
3 – 4 – 1 – 2.
D
4 – 1 – 3 – 2.

Slide 6 - Quiz

Wat is de goede volgorde als je werk zoekt?
1. Sollicitatiegesprek.
2. Arbeidsovereenkomst.
3. Vacature in de krant.
4. Sollicitatiebrief.

Hoe noem je het als je reageert op een vacature?
A
Sollicitatie
B
Bijstand
C
CV
D
UWV

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Melissa ontvangt elke maand geld voor haar werk bij bakkerij De Krakeling
Kees heeft zijn cv gestuurd naar een taxicentrale. Hij mag op gesprek komen.
Het kantoor waar Florentien werkt, zoekt een nieuwe receptionist.
Lieke heeft een kinderdagverblijf. Ze heeft zeven mensen in dienst.
Guus leert bij een dierenwinkel wat het werk als verkoper inhoudt.
Werkgever
Sollicitatiegesprek
Loon
Vacature
Stage lopen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Een document waarin afspraken staan tussen een werknemer en werkgever.
Het loon dat jouw werkgever jou ten minste moet betalen.
Proberen om een bepaalde baan te krijgen.
Iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt.
Contract
Werknemer
cv
Loon
Werkgever
Vakbond
Minimumloon
Vacature
Sollicitatiegesprek
Stage lopen
Solliciteren

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer je weet dat je contract afloopt op 1 juli, dan heb je een.....
A
Flexibele baan
B
vaste baan
C
tijdelijke baan
D
parttime baan

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Kranten bezorgen is een vorm van
.................................... werk
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de afkorting CAO voor?
A
Collectieve arbeid organigram
B
Collectieve arbeidsovereenkomst
C
Collectieve arbeidsoverzicht
D
Coöperatieve arbeidsovereenstemming

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer eindigt een tijdelijk contract?
A
Dit mag de werkgever bepalen.
B
Zodra er geen werk meer is.
C
Zodra de einddatum van het contract afgelopen is
D
Wanneer je geen zin meer hebt om te werken

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Als je fulltime werkt, krijg je ...?... salaris per maand dan als je parttime werkt.
A
Minder
B
Meer

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

CAO is een arbeidsovereenkomst voor een:
A
hele groep werknemers in een bepaalde bedrijfstak
B
één werknemer
C
één werkgever
D
hele groep werkgevers in een bepaalde bedrijfstak

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Chirurg is een voorbeeld van
......................... werk.
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is juist?
Het minimumloon is...
A
het loon dat je krijgt als je gaat stage lopen
B
het loon dat jouw werkgever jou ten minste moet betalen
C
de belasting die van je loon wordt afgetrokken
D
het loon dat een werkgever verdient

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Is het doen van de administratie geschoold of ongeschoold werk?
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vakkenvullen bij de supermarkt
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Is aardbeien plukken een voorbeeld van geschoold of ongeschoold werk?
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Je werkt parttime wanneer je ....
A
5 dagen (of meer) werkt per week
B
de helft van de week werkt

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een uitzendbureau heeft meestal vacatures voor tijdelijk werk.
Wat betekent dat?
A
dat is werk voor weinig uren per week
B
je kunt de tijden van je werk zelf kiezen
C
dat betekent dat je extra hard moet werken
D
dat is werk voor een korte tijd, bijvoorbeeld een paar maanden

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de maximale duur van een proeftijd?
A
4 weken
B
1 maand
C
2 maanden
D
3 maanden

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In je proeftijd mag je meteen ontslag nemen als het je niet bevalt.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

wat wordt er bedoeld met proeftijd?
A
de tijd waarin je ontslagen kunt worden
B
de werkgever bepaalt welk contract je krijgt
C
de wet met regels hoeveel vakantiedagen je hoort te krijgen
D
de tijd waarin je kunt kijken of de baan bij je past

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wie mag de proeftijd voortijdig beëindigen?
A
Alleen de werknemer
B
Alleen de werkgever
C
Allebei
D
Niemand mag dit voortijdig beëindigen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Jan solliciteert bij een supermarkt. Als hij wordt aangenomen, krijgt hij een proeftijd. Noem een voordeel voor de supermarkt van een proeftijd en noem een voordeel voor Jan van een proeftijd.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions