HC Steden en Burgers in de Lage Landen, deel II

HC 1: Steden en burgers in de Lage Landen 
1050-1700
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

HC 1: Steden en burgers in de Lage Landen 
1050-1700

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Paragraaf 2:
De opkomst van Vlaanderen en Brabant in de Late Middeleeuwen.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen paragraaf 2:
1. Je kunt uitleggen waarom eerst Atrecht, later Antwerpen en daarna Brugge een leidende positie verworven
2. Je kunt uitleggen hoe de patriciërs tegenover het gemeen kwamen te staan
3. Je kunt verklaren hoe Vlaanderen en Brabant het economisch zwaartepunt werden
4. Je kunt voorbeelden noemen van taken die stedelijke burgerij overnam van de geestelijkheid.
5. Je kunt uitleggen hoe de positie van de steden in de Late Middeleeuwen onder druk kwamen te staan.

Kenmerkende Aspecten:
14: De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
17: Begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 5 - Slide

Atrecht als startpunt van de stedelijke dynamiek
Atrecht is een stad helemaal in het zuiden van de Lage Landen.
  • Centrale plaats in de lakennijverheid >> vonden als eerste aansluiting met handelsplaatsen in Frankrijk en Italië.
  • Door de lakenindustrie >> veel rijke kooplieden.
    Zij versterkten hun positie door zich te organiseren in kooplieden gilden + door leningen te verstrekken aan edellieden en stadsbesturen.
  • Atrecht wordt overvleugeld door Hanze-stad Brugge (locatie!).

Slide 6 - Slide

Patriciërs en adel vs. Het Gemeen
Patriciërs = burgers die in de steden de macht in handen hadden (rijke kooplieden, adel etc.)
Het gemeen = de rest van de stedelijke bevolking (de rest) >> aangevoerd door ambachtslieden.

Spanning tussen twee groepen:
  • Alleen patriciërs (10% bevolking) in het bestuur >> ambachtslieden (40%) waren daar fel tegen.
  • Dagloners (merendeel rest van de bevolking) hadden geen vast inkomen, deden zwaarste werk en waren niet georganiseerd >> onvrede in tijden van economische tegenslag.

Guldensporenslag = strijd waarin de spanningen tot uiting kwamen.

Slide 7 - Slide

Vlaanderen & Brabant: economisch zwaartepunt
Gebieden van Vlaanderen en Brabant:
  • Veel verstedelijking in vergelijking met andere gebieden
  • Steden maakten deel uit van groot handelsnetwerk.
  • Antwerpen wordt in de 16e eeuw het grootste handelscentrum van West-Europa >> Brabant wordt hiermee middelpunt.
  • Vlaanderen en Brabant waren verantwoordelijk voor 62% van de belastingen >> Holland 13% en Overijssel minder dan 1%!
  • Brugge wordt nieuwe handelscentrum van de Lage Landen (i.p.v. Atrecht) >> zat in handelsnetwerk van verschillende steden.

Slide 8 - Slide

Vlaanderen & Brabant: economisch zwaartepunt
Brugge:
  • Belangrijkste handelscentrum ten noorden van de Alpen.
  • Stapelmarkt
  • Hanzestad (hoofdkantoor van de Hanze)
  • Financieel centrum (door Italiaanse contacten) - wisselbrieven en de beurs
  • Onderdeel van het Vlaamse stedennetwerk (Gent, Ieper) - Brugge als centrum van de textielhandel

Slide 9 - Slide

Vlaanderen & Brabant: economisch zwaartepunt
Binnen het netwerk versterkte elke stad de eigen positie en het netwerk als geheel door:
  • Innovatie op allerlei gebieden:
    >> uitvindingen zoals de Kogge
    >> verbetering infastructuur + opslag van producten
    >> arbeidsverdeling + specialisatie in nijverheid/landbouw.
  • Innovatie wordt getriggerd door schaalvergroting in netwerk van de steden:
    >> bevolkingsgroei in steden: meer produceren.
    >> door toename handel: meer wegen en havens worden aangelegd + schepen vergroot.

Slide 10 - Slide

Vlaanderen & Brabant: economisch zwaartepunt
Antwerpen:
  • Symbool voor de opkomst van Brabant
  • Vanaf de 14e en 15e eeuw steeds belangrijker
  • Goed bereikbaar voor zeeschepen en dichter bij rivieren als de Rijn en de Maas (dan Brugge)

Vanaf 1500 streefde Antwerpen Brugge voorbij.

Slide 11 - Slide

Stedelijke burgerij neemt taken van geestelijkheid over
Stadsbesturen gaan het algemeen belang ('bonum commune') dienen.
  • Handhaving van de openbare orde (monopolie op gebruik geweld + strenge straffen bij overtredingen)
  • Bouw openbare gebouwen zoals stadsmuren, stadhuis, markthal en infrastructuur.
  •  Verdediging van de stad (schutterij)

Individuele geloofsbeleving van stedelingen.
  • Moderne Devotie = individuele vroomheid die tot uiting wordt gebracht door arbeid en bezinning door het lezen van nieuwe bijbelvertalingen en boeken met christelijke leefregels (in volkstaal!). Geert Grootte en Thomas a Kempis (De Imitatione Christi)
  • Begijnhoven (vrouwenordes olv priester) + bedelorden in stad gesticht.

Slide 12 - Slide

Stedelijke burgerij neemt taken van geestelijkheid over
De steden vergroten invloed op de sociale zorg.
  • Hospitalen, leprozerieën en bedeling van armen (door kerk en burgerij)
  • Zorg voor bejaarden, weduwen en wezen (via bijvoorbeeld gilden)
  • bewaken geesteszieken --> stadbestuur

De steden gaan zorgen voor onderwijs.
  • kloosterschool overgenomen door stadsbestuur
  • scholing was in het belang van de stad (les in volkstaal en rekenen was een belangrijk vak)
  • vrouwen, kleuters en volwassenen ook toegestaan!
  • analfabetisme onder mannen bijna geheel verdwenen

Slide 13 - Slide

Stedelijk particularisme vs. centralisatiepolitiek hertogen 
De burgers voelen zich steeds meer verbonden met hun stad
  • Stedelijk particularisme (proberen een zo groot mogelijke onafhankelijkheid te bewaren)


De Bourgondische hertogen probeerden grip te krijgen op bestuur en rechtspraak
  • Centralisatiepolitiek (een gebied vanuit één plek besturen met overal dezelfde regels en wetten)
  • Paleis in Brussel, een centrale rechtbank en een centrale rekenkamer
  • Terugdraaien van sommige beslissingen gewestelijke en stedelijke rechtbanken

Slide 14 - Slide

Van Bourgondisch hertogdom naar het Habsburgse Rijk
1477: dood laatste Bourgondische hertog
  • De dochter van de hertog trouwt met Maximiliaan van Habsburg
  • Opstand van de Vlaamse steden
  • Mede door deze opstand verliest Brugge haar positie ten gunste van Antwerpen

Karel V 
  • Landsheer van 1515 tot 1555
  • Door verovering alle zeventien Nederlanden onder één vorst
  • Centralisatiepolitiek op economisch (centrale belastingen), politiek (collaterale raden) en godsdienstig gebied (instelling inquisitie en vervolging protestanten)

Slide 15 - Slide

Filips II en de Opstand
Filips II
  • Landsheer vanaf 1555, in 1559 vertrokken naar Spanje
  • Voortzetting centralisatiepolitiek en strenge vervolging protestanten
  • 1566: Beeldenstorm en 1568: begin van de Opstand

De Nederlandse Opstand
  • Een oorlog om steden
  • Veel steden sloten zich aan bij de Opstand
  • Na 1579 (Unie van Atrecht) valt Parma de Vlaamse en Brabantse steden aan
  • 1584: Ieper, Brugge en Gent in Spaanse handen, 1585 Brussel en Antwerpen
  • Val van Antwerpen (einde stapelmarktfunctie van Antwerpen)

Slide 16 - Slide